Direct naar content gaan

Samenvatting

Fonds O (Polen) is een niet-gestandaardiseerd securitisatiefonds. Omdat het overwoog met banken of andere fondsen subparticipatieovereenkomsten aan te gaan, heeft O de Poolse minister van Financiën verzocht om een individuele interpretatie van het belastingrecht om te vernemen of de prestaties die hij in het kader van die overeenkomsten als subparticipant zou moeten verrichten, in aanmerking komen voor vrijstelling van btw. Volgens de Poolse minister van Financiën vallen de diensten onder geen van de btw-vrijstellingen van de btw-wet en moeten zij aan de btw worden onderworpen tegen het basistarief van 23%.

De verwijzende rechter twijfelt of de subparticipatieovereenkomsten voor btw-doeleinden worden gekwalificeerd als kredietovereenkomsten. Zij heeft hierover aan het HvJ een prejudiciële vraag gesteld.

Het HvJ antwoordt op de vraag dat artikel 135, lid 1, onderdeel b, Btw-richtlijn aldus moet worden uitgelegd dat het begrip ‘verlening van kredieten’ in de zin van die bepaling de diensten omvat die een subparticipant in het kader van een subparticipatieovereenkomst verricht, namelijk het ter beschikking stellen van een financiële prestatie aan de initiator in ruil voor overdracht van de opbrengsten uit de in die overeenkomst gespecificeerde schuldvorderingen, die tot de activa van de initiator blijven behoren.

Anders, Conclusie A-G Medina (NLF 2022/1040, met noot van Blokland).

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
HvJ
Datum instantie
5 oktober 2022
Rolnummer
C‑250/21
ECLI
ECLI:EU:C:2022:757
Auteur(s)
prof. mr. dr. R.A. Wolf
Baker & McKenzie/Rijksuniversiteit Groningen
NLF-nummer
NLF 2022/2015
Aflevering
20 oktober 2022
Judoreg
NFB5273
bwbr0002629&artikel=8&lid=2,celex32006l0112&artikel=135,celex32006l0112&artikel=135

Naar de bovenkant van de pagina