Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan autohandelaar X (belanghebbende) is een navorderingsaanslag IB/PVV 2015 opgelegd.

Bij Rechtbank Den Haag was niet in geschil dat sprake is van omkering en verzwaring van de bewijslast omdat de vereiste aangifte niet is gedaan. De Rechtbank heeft geoordeeld dat de navorderingsaanslag is gebaseerd op een redelijke schatting. Hof Den Haag is het in hoger beroep met de Rechtbank eens. X heeft met hetgeen hij heeft aangevoerd niet aannemelijk gemaakt laat staan doen blijken dat de correctie niet berust op een redelijke schatting.

Het Hof is met de Rechtbank van oordeel dat X grove schuld kan worden verweten. X heeft niet regelmatig administratie gevoerd van zijn ondernemingsactiviteiten, contante stortingen op de bank gedaan waarvan hij de herkomst niet afdoende heeft kunnen verklaren en een positief resultaat behaald met contante in- en verkopen.

Het Hof acht de thans resterende boete (na vermindering door de Inspecteur en Rechtbank) passend, gelet op de aard van het vergrijp, en geboden uit een oogpunt van normhandhaving.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
5 juni 2024
Rolnummer
23/503; 23/504
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:1045
NLF-nummer
NLF 2024/1855
Aflevering
13 augustus 2024
bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=27e

Naar de bovenkant van de pagina