Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Politieke column

Sommige bedrijven schitteren als parel. Zij weten hun winst als een komeet omhoog te stuwen. Men koketteert vaak met slim vernuft, maar niet zelden zijn er externe omstandigheden die plotse rugwind veroorzaken. Een hittegolf kietelt aircobazen. Een lockdown stimuleert digitalevergaderfacilitators. En een rage doet modelabels floreren.

Voor de fiscaliteit is niet relevant op welke wijze winst is gemaakt, althans het was tot voor kort niet relevant. De amorele belastingheffing is in enkele maanden sterk moralistisch geworden. Bedrijven die rugwind hebben gekregen door hogere energieprijzen krijgen namelijk een extra vennootschapsbelasting voor de kiezen. Het heet een tijdelijke solidariteitsbijdrage, maar solidariteit en belastingen zijn mijns inziens synoniemen. En tijdelijk lijkt op de loze toevoeging eenmalig, en we weten hoe het met de ‘eenmalige crisisheffing’ ging. Het is gewoon een moralistische vpb.

Een hogere vpb lijkt mij persoonlijk prima. Anderen wedijveren voor een lagere vpb, en ook dat is prima. Het probleem is extra vpb voor een specifieke groep, want die selectiviteit schuurt. Nu zijn de energiebedrijven de klos. Straks zijn het autobedrijven of cafés. Of aircobazen, digitalevergaderfacilitators of modelabels. Echt problematisch is de terugwerkende kracht, want het kabinet gaat de moralistische vpb over de overwinst van 2022 heffen.

Deze belasting was een groot deel van dit jaar niet bekend en niet voorzienbaar voor de energiebedrijven. Het kabinet wijst naar een Europese verordening, waardoor ook Nederland verplicht is de moralistische vpb in te voeren. Zonder die verordening was er in Nederland geen moralistische vpb gekomen, zo verschuilde belastingstaatssecretaris Van Rij zich in de Tweede Kamer. Die verordening verplicht Nederland echter helemaal niet om met terugwerkende kracht over 2022 moralistische vpb te heffen, want het mag ook over 2023. Terugwerkende kracht is dus een pijnlijke keuze van dit kabinet.

De opbrengst van de moralistische vpb wordt ingezet om de compensatie van € 190 per aansluiting te betalen in november en december. De verordening verplicht min of meer dat de opbrengst van de moralistische vpb naar koopkrachtondersteuning moet gaan, waarbij wel de vraag rijst waarom we dit ons allemaal door de Brullende Brusselse Belastingbeer laten voorschrijven. De € 3,2 miljard van de moralistische vpb is bijna gelijk aan de € 3,15 miljard kostende compensatie. Inderdaad, heel toevallig.

Het lijkt allemaal sluitend te zijn, maar dat is het allerminst. Het kabinet heeft het stiekem sluitend gemaakt. De moralistische vpb levert namelijk maar liefst € 6,4 miljard op. Dat is het dubbele van de overal genoemde € 3,2 miljard. De wetstoelichting van de moralistische vpb is op dit punt dus doelbewust onjuist. Het klopt gewoon niet. Als je zo je aangifte invult en de helft weglaat, krijg je een briesende Inspecteur in je nek. Maar het kabinet meent het allemaal te kunnen maken. Van amoreel naar moralistisch en van daaruit naar dubbele moraal.

De helft van de opbrengst van de moralistische vpb wordt betaald door de overheid zelf, en meer precies door de overheidsdeelneming Energie Beheer Nederland (EBN). Het kabinet compenseert EBN door een lager dividend toe te staan. Dat mag, maar daarmee is de belastingopbrengst niet lager. De budgettaire noodzaak om met terugwerkende kracht de moralistische vpb in te voeren, is op dit punt voor de helft geconstrueerd om zeer selectief alleen private partijen te pijnigen.

Kabinet en Tweede Kamer zijn helemaal in hun sas met de moralistische vpb. Vanuit de publieke opinie wellicht een logische reflex: meedeinen met het maatschappelijk ongenoegen is makkelijk. D66, VVD en Van Rij huilden voor de bühne nog krokodillentranen over de terugwerkende kracht, maar de rechtszekerheid wint het ook bij hen niet van opportunisme. Echte hoeders van rechtszekerheid zijn geen huilebalken. 

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Auteur(s)
mr. dr. M.P.A. Spanjers
Columnist
NLF-nummer
NLF-P 2022/42
Publicatiedatum
28 november 2022

Naar de bovenkant van de pagina