Direct naar content gaan

Samenvatting

Een belastingplichtige houdt een aandelenbelang in Y. Op dit aandelenbelang is een periode lang de deelnemingsvrijstelling van toepassing (periode 1). Na deze periode is de deelnemingsvrijstelling een periode niet van toepassing (periode 2). Vervolgens volgt een periode waarin de deelnemingsvrijstelling wel weer van toepassing is (periode 3).

Belastingplichtige heeft twee compartimenteringsreserves gevormd zoals bedoeld in artikel 28c Wet VpB 1969. De onbelaste compartimenteringsreserve (hierna: OCR) heeft betrekking op periode 1. De belaste compartimenteringsreserve (hierna: BCR) heeft betrekking op periode 2. Op enig moment in periode 3 ontvangt belastingplichtige een dividenduitkering. Het dividendbesluit vermeldt niet uit welke jaarwinsten de dividenduitkering is geput, maar de dividenduitkering is exact gelijk aan de hoogte van de OCR.

Vraag

Kan in deze casus de OCR verminderd worden met het bedrag van de ontvangen dividenduitkering zonder dat dit tot een toevoeging aan de winst leidt?

Antwoord

Ja, indien de belastingplichtige aannemelijk maakt dat de ontvangen dividenduitkering afkomstig is uit de winst over periode 1 kan de OCR verminderd worden met het bedrag van die dividenduitkering zonder dat dit tot een toevoeging aan de winst leidt. De beoordeling van de vraag of de belastingplichtige erin slaagt om aannemelijk te maken dat de dividenduitkering afkomstig is uit de winst over periode 1 is aan de Inspecteur. Dat in deze casus de ontvangen dividenduitkering exact gelijk is aan de hoogte van de OCR die betrekking heeft op periode 1, kan een aanwijzing zijn dat de dividenduitkering geput is uit de winst over periode 1.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2025 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
12 maart 2025
Rolnummer
KG:023:2025:2
NLF-nummer
NLF 2025/0608
Aflevering
18 maart 2025
bwbr0002672&artikel=28c,bwbr0002672&artikel=28c

Naar de bovenkant van de pagina