Direct naar content gaan

Samenvatting

Op 19 juli 2019 heeft de landelijke recherche van de politie in een loods een productielaboratorium voor synthetische drugs aangetroffen. De loods was ingericht en in gebruik voor het op grote schaal vervaardigen van synthetische drugs. Uit camerabeelden blijkt volgens de politie dat drie personen bij en in de loods zijn geweest, onder wie X (belanghebbende). Op basis van ervaringsgegevens van de politie heeft de Inspecteur de omzet van het aangetroffen laboratorium berekend op € 462.000. X is op 15 juli 2020 veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijfenhalf jaar voor de productie van synthetische drugs in het aangetroffen laboratorium.

Met dagtekening 27 januari 2021 heeft de Inspecteur aan X een aanslag IB/PVV 2019 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning, tevens verzamelinkomen, van € 184.400.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld. Er is in deze beroepsprocedure geen grond voor toepassing van de sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast. Niet in geschil is dat X niet is uitgenodigd om aangifte te doen. De normale regels van stelplicht en bewijslast zijn van toepassing. Dit betekent dat de Inspecteur de bewijslast heeft om aannemelijk te maken dat X de door de Inspecteur in aanmerking genomen inkomsten heeft genoten.

Daarin is hij volgens de Rechtbank niet geslaagd. Het verzamelinkomen wordt in goede justitie vastgesteld op € 75.000.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
2 februari 2023
Rolnummer
21/4166; 21/4167
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:571
NLF-nummer
NLF 2023/0610
Aflevering
23 maart 2023
bwbr0011353&artikel=3.90,bwbr0011353&artikel=3.90

Naar de bovenkant van de pagina