Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Tussen 2004 en 2019 is de kinderopvangtoeslag van een groot aantal ouders ten onrechte stopgezet en is eerder verleende kinderopvangtoeslag van hen teruggevorderd. Die ouders zijn door de aanpak van de Belastingdienst/Toeslagen in die tijd in grote (financiële) problemen en in grote onzekerheid gebracht. Het kabinet heeft hiervoor excuses aangeboden en er is een hersteloperatie gestart. De hersteloperatie wordt uitgevoerd door de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT), namens het bestuursorgaan Belastingdienst/Toeslagen, nu Dienst Toeslagen.

Deze zaak draait om de reikwijdte van een aanvraag om compensatie. Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het uitgangspunt is dat een aanvraag betrekking heeft op alle jaren voor 2020 waarin de aanvrager compensatie kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd, althans waarin de Dienst Toeslagen een beschikking daarover heeft gegeven. De Dienst Toeslagen moet ten aanzien van die jaren onderzoeken of de aanvrager in aanmerking komt voor een herstelmaatregel, tenzij de aanvrager de aanvraag heeft beperkt. Dat laatste is hier niet het geval. Daarnaast heeft de Dienst Toeslagen de compensatie voor proceskosten niet te laag vastgesteld en de compensatie voor immateriële schade terecht eenmaal aan X (belanghebbende) toegekend. De zaak wordt voor een gedeelte terugverwezen naar de Dienst Toeslagen voor behandeling in bezwaar met inachtneming van deze uitspraak.

Metadata

Rubriek(en)
Toeslagen
Belastingtijdvak
2010, 2013, 2014
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum instantie
18 februari 2025
Rolnummer
22/6231
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2025:2115
NLF-nummer
NLF 2025/0527
Aflevering
4 maart 2025

Naar de bovenkant van de pagina