Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(1)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent(1)

Samenvatting

De Inspecteur heeft de aanslag IB/PVV 2021 van X (belanghebbende) vastgesteld met inachtneming van de Wet rechtsherstel box 3. Daarbij is het forfaitair rendement vastgesteld op € 34.218. In beroep heeft Rechtbank Den Haag het rendement vastgesteld op € 15.866 voor X en zijn partner gezamenlijk.

De Inspecteur heeft hoger beroep ingesteld. Het werkelijk rendement van X en zijn partner gezamenlijk bedraagt volgens de Inspecteur € 24.381. X bestrijdt alleen de ongerealiseerde waardestijging van de verhuurde woning.

Tussen partijen is niet in geschil dat ten aanzien van de woning de leegwaarderatio van toepassing is.

Hof Den Haag behandelt alleen de klachten die zien op de vaststelling van het inkomen uit sparen en beleggen voor het jaar 2021 en niet die voor het jaar 2023. Het Hof ziet, gelet op de huidige stand van de jurisprudentie, geen aanleiding om de belastingheffing over het ongerealiseerde rendement buiten beschouwing te laten.

Het werkelijk rendement van X en zijn partner voor het jaar 2021 dient te worden vastgesteld op € 24.381. De Inspecteur dient dit rendement te verdelen over X en zijn partner conform de door hen gekozen verdeelsleutel in de (meest recente) aangifte(s).

Het hoger beroep van de Inspecteur is gegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
29 oktober 2024
Rolnummer
24/271
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:2178
NLF-nummer
NLF 2024/2683
Aflevering
3 december 2024
bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2

Naar de bovenkant van de pagina