Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De activiteiten van een holding bestaan uit de in- en verkoop van en de bemiddeling bij zeer exclusieve auto’s. Via de holding is X (belanghebbende) middellijk aandeelhouder van twee vennootschappen.

Aan X is een navorderingsaanslag IB/PVV 2016 opgelegd. Daarbij zijn een drietal uitdelingen in aanmerking genomen, te weten: bouwkosten van een garage € 309.576, inrichtingskosten van privéwerkkamer € 25.478 en uitgaven in verband met activiteiten op racecircuits € 4.126 (totaal € 339.180). Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft alleen de uitdeling in verband met de uitgaven in verband met de activiteiten op racecircuits in stand gelaten.

De Inspecteur heeft een ongemotiveerd hogerberoepschrift ingediend. Herstel van het verzuim betreffende de gronden van het hoger beroep heeft volgens Hof Den Bosch niet tijdig plaatsgevonden. Het hoger beroep van de Inspecteur is daarom niet-ontvankelijk. Het Hof komt daardoor niet toe aan de vraag of het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang tot een juist bedrag is vastgesteld.

Het standpunt van X dat de belastingrente onnodig hoog is opgelopen door onzorgvuldig handelen door de Inspecteur, wordt verworpen. Er is geen aanleiding om de belastingrente te matigen.

Het Hof verwerpt verder het standpunt van X dat de redelijke termijn aanvangt een jaar nadat het boekenonderzoek heeft plaatsgevonden. X heeft geen recht op een hogere vergoeding van immateriële schade en ook geen recht op vergoeding van materiële schade.

Het hoger beroep van X is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
11 september 2024
Rolnummer
22/1778; 22/1786
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:2869
NLF-nummer
NLF 2025/0232
Aflevering
28 januari 2025

Naar de bovenkant van de pagina