Uitspraak van 17 oktober 2024 in het geding tussen
X te Z, belanghebbende, (gemachtigde: R. Zilver)
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur, (vertegenwoordiger: …) op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 14 december 2023, nummer SGR22/8308.
Procesverloop
1.1. De Inspecteur heeft aan belanghebbende over het jaar 2016 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 561.384 (de navorderingsaanslag). Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is aan belanghebbende een vergrijpboete opgelegd van € 140.859 (de boetebeschikking) en € 48.368 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
1.2. De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de navorderingsaanslag, de belastingrentebeschikking en de boetebeschikking gehandhaafd.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Ter zake daarvan is een griffierecht van € 50 geheven. De Rechtbank heeft als volgt beslist, waarbij belanghebbende is aangeduid als eiser en de Inspecteur als verweerder:
“- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de navorderingsaanslag;
- vernietigt de rentebeschikking;
- vernietigt de boetebeschikking;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser ten bedrage van € 2.266;
- draagt verweerder op het door eiser betaalde griffierecht van € 50 aan hem te vergoeden.”
1.4. De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. De gemachtigde van belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. De gemachtigde van belanghebbende heeft op 10 september 2024 een pleitnota ingediend.
1.5. De mondelinge behandeling van de zaken heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 19 augustus 2024. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.
Feiten
2.1. Belanghebbende heeft geen aangifte IB/PVV voor het jaar 2016 ingediend. Belanghebbende is daartoe ook niet uitgenodigd.
2.2. Aan belanghebbende is geen primitieve aanslag IB/PVV voor het jaar 2016 opgelegd.
2.3. De Inspecteur heeft met dagtekening 15 december 2021 de navorderingsaanslag aan belanghebbende opgelegd. De navorderingsaanslag is berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 561.384, dat als volgt is opgebouwd:
Navorderingaanslag IB/PVV
|
2016
|
Totale opbrengst uit handel in designerdrugs (ROW)
|
€ 624.384
|
Inkoop (schatting 10%)
|
€ -63.000
|
Vastgesteld box-1-inkomen
|
€ 561.384
|
2.4. De Inspecteur heeft de door hem in aanmerking genomen totale opbrengst uit de handel in designerdrugs gebaseerd op stortingen in 2016 op de bankrekeningen van [B.V. 1] en [B.V. 2] van € 457.270 respectievelijk € 167.114. Deze bedragen zijn volgens de Inspecteur door belanghebbende als inkomsten genoten.
2.5. De navorderingaanslag is opgelegd in navolging van een strafrechtelijk onderzoek dat door de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD) naar onder meer belanghebbende is verricht. Belanghebbende is bij vonnis van de Rechtbank Oost-Brabant veroordeeld wegens overtreding van de Opiumwet. Belanghebbende heeft tegen dat vonnis hoger beroep ingesteld.
2.6. Bevindingen uit het strafrechtelijk onderzoek zijn vastgelegd in verschillende tot de gedingstukken behorende processen-verbaal. In het proces-verbaal met nummer AMB-039 over de [Bank 1] -bankrekening van [B.V. 1] in het jaar 2015 staat onder meer:
“Algemeen beeld van de rekeningDe rekening werd gevoed door betalingen welke op een enkele uitzondering na gedaan werden door particulieren uit tal van landen. In het jaar 2015 werd in totaal € 1.853.337,03 bijgeschreven en € 1.842.738,26 afgeschrevenAan de uitgaven kant komen betalingen aan [Postagentschap 1] voor in totaal € 89.477,80 voor, waarbij diverse klantnummers vermeld worden. Vermoedelijk dient de bankrekening om betalingen voor verzonden postpakketten te ontvangen. De ontvangen bedragen worden veelal in afgeronde bedragen overgemaakt aan diverse natuurlijke en of rechtspersonen. Voor een deel werd bij de betaling verwezen naar onlogische doorgenummerd facturen. Er werden betalingen gedaan aan diverse personen en bedrijven die een rol spelen in het onderzoek. Deze betalingen worden hierna inzichtelijk gemaakt.Zeer opmerkelijk is dat [B.V. 1] volgens de registratie bij de kamer van koophandel op 16 november 2015 gestaakt werd. Desondanks was de bankrekening op 31 december 2015 nog volop in gebruik. De rekening werd eerst op 29 oktober 2016 opgeheven.(…)Betalingen aan [GmbH 1]Van de rekening van [B.V. 1] werd een (1) maal een bedrag overgemaakt op rekening [Bankrekening 1] met daarbij de naam [GmbH 1] zoals onderstaand aangegeven. Betreffend rekeningnummer komt voor op facturen van [GmbH 1] welke werden aangetroffen in de woning van verdachte […]opgenomen in het dossier als (DOC-042 t/m DOC-044)(…)Betalingen aan [Buitenland 1]Van de rekening van [B.V. 1] werden in 2015 herhaaldelijk bedragen overgemaakt naar onderstaande personen of ondernemingen met een bankrekening in [Buitenland 1] . Deze betalingen werden gedaan voor onderstaande totaalbedragen:
Onderneming
|
Totaalbedrag
|
[Inc. 1]
|
50.400,00
|
[Ltd. 1]
|
165.910,00
|
[Naam 1] [Buitenland 1]
|
27.000,00
|
[Bedrijf 1]
|
149.800,00
|
”
2.7. In het proces-verbaal met nummer AMB-046 over de bankrekening van [B.V. 3] staat onder meer:
“Algemeen beeld van de rekeningDe rekening werd in de periode van 4 maart 2015 tot 16 september 2015 gevoed met in totaal € 94.423,09 door:(…)- vanaf 7 april 2015 tot en met 7 augustus 2015 betalingen door het bedrijf [B.V. 1] , van in totaal € 282.116,60.In dezelfde periode werd in totaal € 294.744,53 van de rekening afgeschreven.Aan de uitgaven kant vallen een aantal zaken op, te weten:(…)- vanaf 7 april 2015 vinden er regelmatig overboekingen plaats aan een aantal bedrijven en/of personen. Het betreft de volgende totaalbedragen aan de namen/rekeningnummers:€ 124.514,- aan [B.V. 4] [Bankrekening 2]€ 85.240,24 aan [GmbH 1] [Bankrekening 1]€ 22.435,- aan [Bedrijf 2] [Bankrekening 3]€ 10.400,-* aan [Naam 2] [Bankrekening 4]€ .600,02* aan [CV 1] [Bankrekening 5]€ 3.630,- aan [B.V. 5] [Bankrekening 6]*deze bedragen zijn inclusief een betaling van voor 7 april 2015.- het valt op dat de betalingen aan genoemde bedrijven steeds volgen op een betalingafkomstig van de bankrekening van [B.V. 1] , vaak betreft het exact hetzelfde bedrag en dan weer ongeveer gelijke bedragen, welke meestal na ontvangst op dezelfde dag of kort nadien worden doorgestort;(…)Het geheel aan transacties op de rekening roept het beeld van een geldstroom afkomstig van de bankrekening van [B.V. 1] die vanaf 7 april 2015 tot 7 augustus 2015 via de rekening van [B.V. 3] wordt doorgestuurd naar de bovenstaande bankrekeningen. Zeer opmerkelijk is dat de geldstroom onder meer doorgaat naar de bankrekening van het bedrijf van verdachte [belanghebbende] , [GmbH 1] en tevens naar een bankrekening waarbij de naam [Naam 2] wordt vermeld.”
2.8. In het proces-verbaal met nummer AMB-089 over de bankrekening van [B.V. 6] staat onder meer:
“Van 4 september 2015 tot 21 oktober 2015 wordt de rekening grotendeels gevoed door aanzienlijke stortingen van [B.V. 1] , voor de toelichting hierop wordt verwezen naar AMB-039.Na deze periode vindt dit in veel mindere mate plaats. De bedragen die in de periode 4 september 2015 tot 9 november 2015 worden gestort door [B.V. 1] worden praktisch volledig (soms tot maximaal € 100,- meer of minder) op dezelfde dag of enkele dagen later weer door geboekt naar bankrekening [Bankrekening 1] van [GmbH 1] en bankrekening [Bankrekening 7] [Ltd. 1] .Binnen het onderzoek is bekend dat [Bankrekening 1] het rekeningnummer is van [GmbH 1] en dat [belanghebbende] voor dit rekeningnummer gemachtigd is en dat hij de bestuurder is van [GmbH 1] .”
2.9. In het proces-verbaal met nummer AMB-042 over de bankrekening van [B.V. 1] in het jaar 2016 staat onder meer:
“In deze brief van de [Bank 1] gericht aan [B.V. 1] t.a.v. Dhr [A] , [adres 1] , gedateerd 19 oktober 2016 wordt verwezen naar een brief van de bank van 19 augustus 2016. In deze brief werd [A] ingelicht dat zijn gegevens naar voren zijn gekomen in een onderzoek naar fraude en dat de bank voornemens was naar aanleiding daarvan stappen tegen hem te ondernemen.Aangezien binnen de gestelde termijn geen reactie werd ontvangen van [A] , neemt de bank aan dat haar standpunt niet wordt betwist. Dit betekent dat de aangekondigde maatregelen per 19 oktober 2016 in werking treden. De betaalrekeningen die [A] aanhoudt bij de [Bank 1] worden door de bank beëindigd. Het betreft de volgende betaalrekeningen:[Bankrekening 8] tnv [B.V. 1][Bankrekening 9] tnv [Stichting 1][Bankrekening 10] tnv [B.V. 7]Een eventueel resterend saldo kan na een schriftelijke en ondertekend verzoek worden overgemaakt naar een door [A] opgegeven Betaal- of bankrekeningnummer.Inhoud interne email van de [Bank 1] gedateerd woensdag 19 oktober 2016“Beste collega,Graag rekening [Bankrekening 8] ten name van [B.V. 1] beëindigen.Klant reageert niet op onze brief dus saldo kan gereserveerd worden op jullie dpr.”Telefonisch contact met [Bank 1]Naar aanleiding van de ontvangst van de hiervoor beschreven bescheiden/gegevens werd door mij, verbalisant, telefonisch contact opgenomen met de [Bank 1] . Daarbij werd door mij vernomen dat het restsaldo van rekening [Bankrekening 8] groot € 4.352,00 werd overgeboekt naar een tussenrekening van de bank omdat het door niemand werd geclaimd. Dit was ook het geval met het restsaldo van rekening [Bankrekening 10] t.n.v. [B.V. 7] het restsaldo op deze rekening bedroeg € 10.506,42. De rekening van [Stichting 1] was volgens opgave van de bank niet in gebruik.(…)Algemeen beeld van de rekeningNet als in 2015 werd de rekening in 2016 gevoed door kleinere betalingen welke op een enkele uitzondering na gedaan werden door particulieren uit tal van landen. In de loop van 2016 nam het aantal ontvangsten per dag gaandeweg af. In het jaar 2016 werd in totaal € 457.270,52 bijgeschreven en € 463.095,94 afgeschreven. Aan de uitgaven kant vallen een aantal zaken op, te weten:- in 2016 werden geen betalingen meer gedaan aan [Postagentschap 1] ;- diverse bedrijven welke in 2015 gelden ontvingen vanaf de rekening van [B.V. 1] , komen daarop in 2016 niet meer voor;- er vinden géén contante opnamen meer plaats via geldautomaten;- betalingen vinden veelal in afgeronde bedragen plaats aan een beperkt aantal natuurlijke- en rechtspersonen.Het geheel aan veranderingen op de rekening roept het beeld van een geldstroom die vanaf eind 2015 wordt omgeleid.[B.V. 8]Vanaf de rekening van [B.V. 1] € 428.385,00 werd overgemaakt op de bankrekening met nummer [Bankrekening 11] met daarbij de naam [Bedrijf 3] . Eind 2015 werd vanaf de bankrekening van [B.V. 1] ook drie maal een bedrag overgemaakt op deze rekening en naam. Op 23, 24 en 30 december 2015 werd in totaal € 26.335,- overgemaakt aan [Bedrijf 3] .De bankrekening met nummer [Bankrekening 11] is bij de belastingdienst bekend als de bankrekening van [B.V. 8] , gevestigd [adres 2] . Deze onderneming maakte volgens de kamer van Koophandel tot 2oktober 2015 gebruik van de handelsnaam “ [Bedrijf 3] ”Per 1 oktober 2015 is [B] , geboren op [geboortedatum] 1975 te [Buitenland 2] , enig aandeelhouder en bestuurder van [B.V. 8] . [B] welke een goede bekende van de politie mag worden genoemd staat per 16 februari 2016 in geschreven op het adres [adres 3] . Dit is het adres van de PI [plaats] . Daarvoor was jarenlang geen woonadres van hem bekend.Onderstaand is een overzicht opgenomen van de data, omschrijvingen en bedragen van de betalingen die vanaf de rekening van [B.V. 1] gedaan werden op rekening [Bankrekening 11] met de benaming [Bedrijf 3] .(…)[B.V. 9]In 2016 werd € 20.750,- overgemaakt op de bankrekening met het nummer [Bankrekening 12] met daarbij de naam [B.V. 10] Het betreft onderstaande bedragen.(…)In de maanden juli en augustus 2015 werd ook drie maal een bedrag overgemaakt op dezelfde bankrekening met daarbij als naam [B.V. 9] . het totaal van de betalingen in 2015 bedroeg € 31.732,00.In het handelsregister van de kamer van koophandel staat sinds 3 april 2015 de besloten vennootschap [B.V. 9] ingeschreven onder nummer […] . Enig aandeelhouder en bestuurder is [C] , geboren te [Buitenland 3] op [geboortedatum] -1962. Woonachtig in [Buitenland 3] . Opgemerkt wordt dat [Buitenland 3] ook de geboorte- en woonplaats van [A] is. Opvallend is dat [B.V. 9] haar facturen op dezelfde wijze nummert als de [B.V. 8] ( [Bedrijf 3] )”
2.10. In het proces-verbaal met nummer AMB-047 over de privébankrekening van belanghebbende staat onder meer:
“Algemeen beeld van de rekeningDe rekening werd in de periode van 13 januari 2014 tot 10 januari 2017 gevoed met in totaal€ 170.462,13 door met name:- contante stortingen op de rekening van in totaal € 93.340,-. Hierbij valt op dat een groot deel hiervan, € 70.130,- werd gestort in 2014 en € 21.230,- in 2016;(…)Opmerking verbalisantTijdens mijn onderzoek viel mij op dat vaak gepind werd bij het pinautomaat van de [Bank 1] , [locatie] . Zoals omschreven in AMB-039 was ook in de gegevens van de bankrekening van [B.V. 1] te zien dat van deze rekening vaak gepind werd bij hetzelfde pinautomaat. Ik heb daarom de gegevens, met betrekking tot pintransacties bij dit pinautomaat, van beide rekeningen met elkaar vergeleken. Hierbij viel mij met name op dat op 11 mei 2015 om 08:28u een bedrag van € 1.500,- gepind werd van de rekening van [B.V. 1] en dezelfde dag om 08:29u een bedrag van € 650,- gepind werd van de rekening van verdachte [belanghebbende] .”
2.11. In het proces-verbaal met nummer AMB-081 over de bankrekening van [B.V. 2] over de periode 14 november 2016 tot en met 27 maart 2017 staat onder meer:
“Algemeen beeld van de rekeningVanaf 12 december 2016 werd de rekening grotendeels gevoed door kleinere betalingen welke op een enkele uitzondering na gedaan werden door particulieren uit tal van landen. Voor 12 december 2016 hebben op de rekening geen opnames of afschrijvingen plaatsgevonden.In de periode van 14 november 2016 tot en met 27 maart 2017 werd in totaal € 1.072.100.04 bijgeschreven en € 1.072.090.41 afgeschreven.Aan de uitgavenkant vallen een aantal zaken op, te weten:1. Er wordt voor een bedrag van € 54.072,88 aan betalingen gedaan bij diversepostagentschappen;2. Betalingen vinden veelal in afgeronde bedragen plaats aan diverse natuurlijke- enRechtspersonen;3. Er vindt een beperkt aantal contante opnames plaats.Het geheel aan veranderingen op de rekening roept het beeld van een geldstroom die vanaf december 2016 wordt omgeleid.(…)[GmbH 1]Vanaf de rekening van [B.V. 2] werd € 139.230,00 overgemaakt op bankrekening[Bankrekening 1] met in de omschrijving onder meer de naam [GmbH 1] . Binnen het onderzoek is bekend dat dit het rekeningnummer is van [GmbH 1] en dat [belanghebbende] voor dit rekeningnummer gemachtigd is en dat hij de bestuurder is van [GmbH 1] .Onderstaand is een overzicht opgenomen van de data, omschrijvingen (gedeeltelijk) en betalingen die vanaf de rekening van [B.V. 2] werden gedaan op rekening[Bankrekening 1] met de benaming [GmbH 1] .(…)[Ltd. 1]Vanaf de rekening van [B.V. 2] werd € 208.700,00 overgemaakt op bankrekening [Bankrekening 7] met in de omschrijving onder meer de naam [Ltd. 1] . Binnen het onderzoek is bekend dat dit een rekeningnummer is bij de [Buitenlandse bank] .Binnen het onderzoek zijn bij [Organisatie] gegevens opgevraagd, hieruit komt het volgende naar voren:- Het bedrijf [Ltd. 1] is geregistreerd in [Buitenland 1] in de kamer van koophandel onder nummer […] ;(…)- Als directeur van het bedrijf [Ltd. 1] staat ingeschreven [belanghebbende] , [buitenlands adres]- Ter identificatie bij inschrijving een Nederlands paspoort of kopie daarvan voorzien van nummer […] heeft overhandigd- [Ltd. 1] als actief is geregistrerd op 17 maart 2015 in de kamer van koophandel te [Buitenland 1] .Onderstaand is een overzicht opgenomen van de data, omschrijvingen (gedeeltelijk) enBetalingen die vanaf de rekening van [B.V. 2] werden gedaan op rekening[Bankrekening 7] met de benaming [Ltd. 1] .
Datum
|
Omschrijving
|
Bedrag
|
(…)
|
(…)
|
(…)
|
27-12-2016
|
[Bank 1] -id: […] //EUR
20.000,00// [Bankrekening 7] // [Ltd. 1]
//INVOICE NUMBER:2016/115
|
20.000
|
23-12-2016
|
[Bank 1] -id: […] //EUR
12.750,00// [Bankrekening 7] // [Ltd. 1]
//INVOICE NUMBER :2016-113
|
12.750
|
21-12-2016
|
[Bank 1] -id: […] //EUR
14.000,00// [Bankrekening 7] // [Ltd. 1]
//INVOICE NUMBER: 2106-113
|
14.000
|
20-12-2016
|
[Bank 1] -id: […] //EUR
8.250,00// [Bankrekening 7] // [Ltd. 1]
//INVOICE NUMBER :2016-112
|
8.250
|
19-12-2016
|
[Bank 1] -id: […] //EUR
9.650,00// [Bankrekening 7] // [Ltd. 1]
//INVOICE NUMBER :2016-111
|
9.650
|
19-12-2016
|
[Bank 1] -id: […] //EUR
2.450,00// [Bankrekening 7] // [Ltd. 1]
//INVOICE NUMBER: 2106-109
|
2.450
|
16-12-2016
|
[Bank 1] -id: […] //EUR
5.950,00// [Bankrekening 7] // [Ltd. 1]
//INVOICE NUMBER: 2106-108
|
5.950
|
16-12-2016
|
[Bank 1] -id: […] //EUR
8.000,00// [Bankrekening 7] // [Ltd. 1]
//INVOICE NUMBER :2016-107
|
8.000
|
Het totaal van de betalingen in 2016 bedraagt € 81.050 [toevoeging, Hof ](…)Ad. 3: Pin opnamesVanaf de rekening van [B.V. 2] werd € 69.750,00 via pin opnamesopgenomen volgens onderstaand overzicht.
Datum
|
Omschrijving
|
Bedrag
|
(…)
|
(…)
|
(…)
|
3012-2016
|
[Bank 1] > [locatie] //30-12-2016
11:33 006 8253909
|
1500
|
30-12-2016
|
[Bank 1] > [locatie] //30-12-2016
11:34 006 8251914
|
500
|
27-12-2016
|
OPNAME [Bank 1] // [locatie]
//PASVOLGNR 006 24-12-2016
://TRANSACTIENR 14974
|
1000
|
27-12-2016
|
OPNAME [Bank 1] // [locatie]
//PASVOLGNR 006 24-12-2016
://TRANSACTIENR 14982
|
1000
|
27-12-2016
|
OPNAME [Bank 1] // [locatie]
//PASVOLGNR 006 24-12-2016
://TRANSACTIENR 14978
|
1000
|
27-12-2016
|
[Bank 1] > [locatie] //27-12-2016
08:43 006 6716201
|
1500
|
23-12-2016
|
[Bank 1] > [locatie] //23-12-2016
11:45 006 5238401
|
1500
|
23-12-2016
|
[Bank 1] > [locatie] //23-12-2016
11:46 006 5233414
|
1500
|
22-12-2016
|
[Bank 1] > [locatie] //22-12-2016
12:06 006 4620326
|
1500
|
22-12-2016
|
[Bank 1] > [locatie] //22-12-2016
12:07 006 4631323
|
1500
|
20-12-2016
|
[Bank 1] > [locatie] //20-12-2016
18:51 006 3615947
|
1500
|
20-12-2016
|
[Bank 1] > [locatie] //20-12-2016
15:43 006 3495803
|
1500
|
20-12-2016
|
[Bank 1] > [locatie] //20-12-2016
15:44 006 3499805
|
850
|
19-12-2016
|
[Bank 1] > [locatie] //19-12-2016
18:42 006 3125053
|
1500
|
19-12-2016
|
[Bank 1] > [locatie] //19-12-2016
18:43 006 3124056
|
1500
|
19-12-2016
|
[Bank 1] > [locatie] //19-12-2016
12:49 006 2861179
|
1000
|
Het totaal van de opnames in 2016 bedraagt € 20.350 [toevoeging, Hof ]Opvallende afboekingenVanaf de rekening van [B.V. 2] werden de volgende, in de hieronderopgenomen tabel, opvallende betalingen gedaan.(…)[B.V. 11] : volgens onderzoek op internet betreft dit een modewinkel (betreftvermoedelijk een privé-aankoop)
Datum
|
Omschrijving
|
Bedrag
|
(…)
|
(…)
|
(…)
|
27-12-2016
|
[B.V. 11] [locatie] NLD//Pasvolgnr:006 24-
12-2016 12:08//Transactie: […]
|
2060
|
”
2.12. In het proces-verbaal met nummer AMB-088 staat onder meer:
“In de Samsung telefoon, die werd aangetroffen op het aanrechtblad in de woning waar verdachte [belanghebbende] verbleef, werd onder meer een emailwisseling gedateerd 6 februari 2017 tm 4 april 2017 aangetroffen, tussen [B.V. 2] ( [e-mailadres 1] ) en [Naam 3] ( [e-mailadres 2] ), met betrekking tot het bestellen van Nieuwe Psychoactieve Stoffen, (hierna te noemen NPS). Het bedrijf [Naam 3] is gevestigd op de [adres 4] . De navolgende bestelde NPS stoffen komen in de emailwisseling naar voren;• Alpha-Pyrrolidinoheptiophenone (PV-8) HOL• Alpha-Pyrrolidinohexanophenone (a-PHP) HCL• 4-methylethylcathinone (4MEC) HCLOpmerkelijk is dat de gebruiker van het emailadres [e-mailadres 1] wordt aangeschreven met Mr. [D] . In de emailwisseling is tevens te lezen dat de betaling van de door [D] bestelde NPS stoffen moet geschieden aan de firma [B.V. 4] , [adres 4] op bankrekeningnummer [Bankrekening 13] . In de emailwisseling gedateerd 4 april 2017 is te lezen dat er een bestelling van totaal 50 kg 4-Methylethylcathione HCL is gedaan voor een totaal aankoopbedrag van € 127.050,-.De emailwisseling is als DOC-099 in het dossier opgenomen.Voorts werden in de telefoon de navolgende zaken aangetroffen;- Een uittreksel van de kamer van koophandel van [B.V. 2] Het uittreksel is als DOC-100 in het dossier opgenomen.(…)Uit nader onderzoek in de telefoon komen onder meer de navolgende emailberichten met betrekking tot [B.V. 2] i.c.m. [D] naar voren;
Timestamp:
16-12-2016
15:42:50(UTC+1)
From:
noreply@kvk.nl <Kamer
van Koophandel>
To:
[e-mailadres 1]
< [D] >
|
Subject: Toegangscode Handelsregister
Body:
Geachte heer [D] ,
Hierbij ontvangt u uw
toegangscode/gebruikersnaam voor het
Handelsregister.
Toegangscode: […]
U kunt inloggen viawww.kvk.nl/inloggen
[http://www.kvk.nl/inloggen] .
Wachtwoord bij uw toegangscode
Als u een nieuwe toegangscode/gebruikersnaam
heeft aangevraagd, dan ontvangt u uw wachtwoord
in een aparte e-mail. Heeft u uw toegangscode
opnieuw opgevraagd en bent u uw wachtwoord
kwijt? Vraag dan een nieuw wachtwoord aan
viawww.kvk.nl/wachtwoordopvragen
[http://www.kvk.nl/wachtwoordopvragen] .
Tegoed storten bij vooraf betalen
Heeft u gekozen voor 'vooraf betalen' als
betaalwijze, dan moet u eerst een tegoed storten
om producten te kunnen bestellen. U doet dit op uw
persoonlijke pagina. Deze verschijnt nadat u inlogt.
Heeft u nog vragen?
Voor vragen kunt u contact met ons opnemen
viawww.kvk.nl/contact [http://www.kvk.nl/contact] .
Met vriendelijke groet,
Kamer van Koophandel
Item was truncated due to length
Body file: mes-78.eml
|
Timestamp:
16-12-2016
15:42:54(UTC+1)
From:
aanvraagprofiel@kvk.nl
|
Subject: Wachtwoord Handelsregister
Body:
Geachte heer [D] , Hartelijk dank voor uw aanvr
Body file: mes-75.eml
|
Timestamp:
16-12-2016
16:00:48(UTC+1)
From:
[e-mailadres 1]
< [B.V. 2] >
To:
[e-mailadres 3]
|
Subject: FW: Digitaal gewaarmerkt uittreksel van
[B.V. 2] […]
Body:
Verzonden vanuit [B.V. 2]
Van:noreply@kvk.nl <noreply@kvk.nl>
Verzonden:vrijdag 16 december 2016 06:56
Aan: [e-mailadres 1]
CC: [e-mailadres 1]
Onderwerp:Digitaal gewaarmerkt uittreksel van
[B.V. 2] […]
Deze e-mail is automatisch verstuurd.
Geachte heer/mevrouw,
Hierbij vindt u het digitaal gewaarmerkt uittreksel
dat door u of voor u is besteld. Dit uittreksel is een
officieel bewijs van inschrijving in het
Handelsregister. Het document is voorzien van een
digitale handtekening. Hierdoor bent u ervan
verzekerd dat
dit uittreksel afkomstig is van de Kamer van
Koophandel.
Bestelgegevens:Uittreksel van: [B.V. 2]
[adres 5]
-nummer: […] : 16-12-
2016Besteld door. [D]
: […] onze
website vindt u meer informatie over hetdigitaal
gewaarmerkt uittreksel [http://www.kvk.nl/egd]
Heeft u vragen over uw
Item was truncated due to length
Attachments:
(…)
uittreksel_handelsregiste
r_ […] .pdf
(Empty File)
Body file: mes-74.eml
|
Kort samengevat komt uit bovenstaand emailverkeer naar voren dat de gebruiker van de telefoon zich kennelijk uitgeeft als Mr. [D] van [B.V. 2] , een wachtwoord / toegangscode voor het handelsregister aanvraagt en verkrijgt middels het emailadres [e-mailadres 1] en vervolgens een gewaarmerkt uittreksel handelsregister van [B.V. 2] […] besteld en verkrijgt op 16-12-2016.(…)Uit verder onderzoek in de telefoon komen onder meer de navolgende sms-berichten metbetrekking tot [B.V. 2] i.c.m. [D] naar voren;
143
|
|
From
[Bank 1]
|
13-9-2016
16:11:11(UTC
+2)
|
|
|
Unkno
wn
|
Dank u voor het
aanvragen van
een TAN-code
voor: A
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
137
|
|
From
[Bank 1]
|
15-9-2016
13:53:33(UTC
+2)
|
|
|
Unkno
wn
|
Instellingen
Betaalpas
wijzigen.
Volgnummer 6;
TAN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6
|
Inbox
|
|
27-3-2017
14:22:01(UTC
+2)
|
|
[…]
|
Read
|
Aantal opdrachten:
1; Totaalbedrag
overboekingen
EUR 243,00.
Volgnummer 100;
TAN-code 410004.
|
8
|
Inbox
|
|
24-3-2017
17:52:51(UTC
+1)
|
|
[…]
|
Read
|
Aantal opdrachten:
1; Totaalbedrag
opdracht: EUR
4.000,00.
Volgnummer 99;
TAN-code 114394.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9
|
|
From
[Bank 1]
|
16-3-2017
16:42:23(UTC
+1)
|
|
|
Unkno
wn
|
Aantal opdrachten:
1; Totaalbedrag
opdracht: EUR 9.
Aantal opdrachten:
1; Totaalbedrag
opdracht: EUR 6
|
10
|
|
From
[Bank 1]
|
15-3-2017
17:15:29(UTC
+ 1)
|
|
|
Unkno
wn
|
Opmerking verbalisant: Bij een aantal sms-berichten (9 en 10) is alleen een gedeelte van hetbedrag van de betaalopdracht zichtbaar.In het onderzoek [Naam onderzoek] werd reeds de bankrekening [Bankrekening 14] van [B.V. 2] opgevraagd en verkregen (AMB-081). In de rechterkolom in onderstaande tabel zijn enkele verkregen bankmutaties vermeld. De bankmutaties komen overeen met de betaalopdrachten die werden aangetroffen in het sms-berichtenverkeer op de mobiele telefoon (B.02.01.001) van verdachte [belanghebbende] die hieronder in de linker kolom van de tabel staan vermeld;
SMS berichtverkeer telefoon
|
Mutaties bankrekening [B.V. 2]
|
27-03-2017 € 243,00
|
27-03-2017 € 243,00 afschrijving
|
24-03-2017 € 4.000,00
|
27-03-2017 € 4.000,00 afschrijving*
|
16-03-2017 € 9xxx
|
16-03-2017 € 9.000,00 afschrijving
|
15-03-2017 € 6xxx
|
16-03-2017 € 6.000,00 afschrijving
|
*Betreft een overboeking naar een bankrekening in het buitenland, waarvoor de bank doorgaans in verband met valutering minimaal 2 dagen rekent.Gelet op voornoemde bevindingen, zoals het aantreffen van voornoemde telefoon bij verdachte [belanghebbende] , het aanvragen van tan-codes, het wijzigen van instellingen van de betaalpas en het doen van betaalopdrachten, maakt verdachte [belanghebbende] gebruik van en heeft hij de beschikking over de bankrekening van [B.V. 2] .(…)In de Iphone van en in gebruik van verdachte [belanghebbende] werden onder meer de navolgende zaken vastgesteld en aangetroffen;(…)- Een notitie, als DOC-171 in het dossier opgenomen, met betrekking tot [B.V. 1] werd op de telefoon aangetroffen, welke hierna deels is weergegeven in de kolom notitie Iphone;
Notitie Iphone
|
Mutaties bankrekening [B.V. 1]
|
9.900 [B.V. 1] 04-05-15
110.200 open.!!!!!!
|
Afschrijving EUR 9.900,00
[…] [Bedrijf 1]
Invoice Number:
04052015 (mutatiedatum 05-05-
2015)
|
10.200 [B.V. 1] 02-06-15
100.000
|
Afschrijving EUR 10.200,00
[…] [Bedrijf 1]
Invoice Number:
02062015 (mutatiedatum 02-06-
2015)
|
9.900 [B.V. 1] 16-06-15
90.100
|
Afschrijving EUR 9.900,00
[…] : [Bedrijf 1]
Invoice Number:
20160616 (mutatiedatum 17-06-
2015)
|
9.900 [B.V. 1] 22-07-15
80.200
|
Afschrijving EUR 9.900,00
[…] : [Bedrijf 1]
Invoice Number:
21072015 (mutatiedatum 03-07-
2015)
|
9.800 [B.V. 1] 03-08-15
70.400
|
Afschrijving EUR 9.800,00
[…] : [Bedrijf 1]
Invoice Number:
03082015 (mutatiedatum 04-08-
2015)
|
9.600 [B.V. 1] 05-08-15
60.800 open
|
Afschrijving EUR 9.600,00
[…] : [Bedrijf 1]
Invoice Number:
04082015 (mutatiedatum 06-08-
2015)
|
8.000 [B.V. 1] 31-08-15
52.800 open
|
Afschrijving EUR 8.000,00
[…] [Bedrijf 1]
Invoice Number:
31082015 (mutatiedatum 01-09-
2015)
|
8.800 [B.V. 1] 01-09-15
44.000 open !!!!!!
|
Afschrijving EUR 8.800,00
[…] [Bedrijf 1]
Invoice
Number:01092015 (mutatiedatum
02-09-2015)
|
9.000 [B.V. 1] 07-09-15
35.000
|
Afschrijving EUR 9.000,00
[…] [Bedrijf 1]
Invoice
Number:07092015 (mutatiedatum
08-09-2015)
|
5.000 [B.V. 1] 09-09-15
30.000
|
Afschrijving EUR 5.000,00
[…] [Bedrijf 1]
Invoice
Number:09092015 (mutatiedatum
10-09-2015)
|
15.000 [B.V. 1] 06-10-15
[…] betaald
|
Afschrijving EUR 15.000,00
[Bankrekening 7] [Ltd. 1]
Invoice
number:2015OCT7 (mutatiedatum
07-10-2015)
|
In het onderzoek [Naam onderzoek] werd reeds de bankrekening opgevraagd en verkregen van [B.V. 1](AMB-039). In de rechterkolom in bovenstaande tabel zijn enkele verkregen bankmutaties vermeld. De mutaties komen in hun geheel zichtbaar overeen met de bedragen zoals opgenomen in de opgeslagen notitie in de telefoon van verdachte [belanghebbende] m.b.t. de omschrijving [B.V. 1] . Mede gelet op voornoemde bevindingen betreft [B.V. 1] met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid [B.V. 1] Tevens is het opmerkelijk dat telkens de overboekingsdatum van het geldbedrag op de rekeningafschriften van [B.V. 1] als invoicenummer staat vermeld. Dus als voorbeeld op 04-05-2015 is er, volgens de notitie in de telefoon van verdachte, een geldbedrag van € 9.900 overgeboekt, hetgeen zichtbaar terugkomt op de bankafschriften van de rekening van [B.V. 1] als een afschrijving van € 9.900 d.d. 05-05-2015 naar [Bedrijf 1] , met als omschrijving Invoice Number: 04052015. De daadwerkelijke mutatie bij de bank is een dag later, aangezien de verwerking van de betaling door de bank doorgaans 1 dag kost.Gelet op voornoemde bevindingen maakt verdachte [belanghebbende] gebruik van en heeft debeschikking over de bankrekening van [B.V. 1] .(…)In de laptop werd het volgende aangetroffen;- In een map genaamd Dymo, (software op computer benodigd om te kunnen communiceren met de tevens aangetroffen Dymo labelprinter (C.02.01.003), werden in een tweetal mappen respectievelijk genaamd “printed labels” en “recent layouts" een diverse hoeveelheid namen in combinatie met veelal buitenlandse adressering aangetroffen.(…)- Een excelbestand werd aangetroffen met daarop vermeld een lijst van in totaal 42 vermoedelijk NPS stoffen in combinatie met een verdeling van het aantal grammen ingedeeld in de kolommen 1 gr, 2gr, 5 gr, 10 gr en 25 gr. Volgens de bestandseigenschappen is het voornoemde bestand op 16-09-2006 aangemaakt en op 22-03-2017 voor het laatst opgeslagen. Voornoemd document is als DOC-173 in het dossier opgenomen.”
2.13. In het proces-verbaal met nummer AMB-099 over de bevindingen met betrekking tot door [Postagentschap 2] onderschepte en onbestelbaar retour ontvangen postzendingen staat onder meer:
“Hierbij kreeg ik bij postpakket 202, waar als naam van de ontvanger […] op het pakket staat vermeld, 3 overboekingen te zien op het bankrekening overzicht van [B.V. 2] te weten:(…)Hierbij kreeg ik bij postpakket 204 waar als naam van de ontvanger […] op het pakket staat vermeld, 2 overboekingen op het bankrekening overzicht van [B.V. 2] te zien, te weten:(…)Ik heb op de namen van de ontvangers van de postpakketen, die in het bij AMB-090 gevoegde Excel overzicht staan vermeld, gezocht in de door mij bovengenoemde bankrekening overzichten. Hierbij vond ik in bankrekening overzicht “ [B.V. 2] ” in totaal 82 namen die ook op postpakketten voorkomen; in bankrekening overzicht “ [B.V. 6] ” 1 naam die ook op een postpakket voorkomt en in bankrekening overzicht “ [B.V. 1] ” 43 namen die ook op postpakketten voorkomen. Van deze namen heb ik 1 of meerdere overboekingen aangetroffen.(…)Van de postpakketten die in AMB-095 zijn beschreven heb ik overboekingen gevonden die ik hieronder per postpakket verder ga beschrijven:(…)[B.V. 1] :De 3 overboekingen op het bankrekening overzicht van [B.V. 1] zijn van 20-07-2015; 20-09-2015 en 27-10-2015 met een totaalbedrag van € 21.50 ten name van Mr. [E] met als tegenrekening [Bankrekening 15] en de ordernummers 1325937; 1329303 en 1330758.[B.V. 2] :De 9 overboekingen op het bankrekening overzicht van [B.V. 2] zijn van 28-12-2016; 13-01-2017; 18-01-2017; 24-01-2017; 06-02-2017; 14-02-2017; 24-02-2017; 03-03-2017 en 20-03-2017 met een totaalbedrag van € 098,75 ten name van Mr. [E] met als tegenrekening [Bankrekening 15] en de ordernummers 1358151; 1359336; 1359617; 1359933; 1361080; 1361762; 1362484;1362973 en 1364193.(…)Bij postpakket 75, waar als naam van de ontvanger “ [F] ” op het pakket staat vermeld, zijn 2 overboekingen op het bankrekening overzicht van [B.V. 1] en 1 overboeking op het bankrekening overzicht van [B.V. 2] te zien.(…)Bij postpakket 119, waar als naam van de ontvanger “ [G] 'op het pakket staat vermeld, zijn op het bankrekening overzicht van [B.V. 2] 6 overboekingen te zien.(…)Bij postpakket 125, waar als naam van de ontvanger “ [H] ” op het pakket staat vermeld, zijn op het bankrekening overzicht van [B.V. 2] 5 overboekingen te zien.(…)Bij postpakket 136, waar als naam van de ontvanger “ [I] ” op het pakket staat vermeld is op het bankrekening overzicht van [B.V. 2] op 25-01-2017 een bedrag van € 19,- overgeboekt ten name van [J] met als tegenrekening […] het ordernummer 1360192. Bij de omschrijving op het bankrekening overzicht staat de naam “ [I] " vermeld.(…)Bij postpakket 141, waar als naam van de ontvanger “ [K] " op het pakket staat vermeld is op het bankrekening overzicht van [B.V. 2] op 15-02-2017 en 01-03-2017 een bedrag van € 347,- overgeboekt ten name van Mr. [K] met als tegenrekening […] ”
2.14. In het proces-verbaal met nummer AMB-116 staat onder meer:
“Op 3 maart 2017 werd door een observatieteam vastgesteld dat [belanghebbende] omstreeks 15.40 uur gebruik maakte van een [Bank 1] -geldautomaat met nummer […] op de [locatie] .(…)Op 16 maart 2017 werd door de officier van justitie van de [Bank 1] de verstrekking van beelden van bewakingscamera's gevorderd welke de PIN-opname door [belanghebbende] op 3 maart 2017 registreerden.(…)Op de camerabeelden is te zien dat op 3 maart 2017 te 15.40 uur een donkerkleurige Audi cabriolet stopte ter hoogte van de [Bank 1] . [belanghebbende] stapte uit en liep naar de geldautomaat. Met behulp van een oranjekleurige bankpas die hij uit zijn portemonnee haalde nam hij tussen 15.40 en 15.42 uur vier maal een geldbedrag op. Deze geldbedragen stopte hij in zijn jaszak. Van deze geldopnamen werden vijf schermafdrukken gemaakt. Deze zijn als DOC-069 opgenomen in het dossier.(…)Op 24 maart 2017 werd door de officier van justitie van de [Bank 1] de verstrekking van identificerende gegevens gevorderd van de bankrekening waarvan [belanghebbende] de PIN opnamen op 3 maart 2017 deed. Tevens werden gegevens gevorderd van de door [belanghebbende] opgenomen bedragen en eventuele andere bankproducten, van de klant in kwestie.(…)Van de [Bank 1] werd de informatie ontvangen dat de onderstaande opnamen plaats vonden van zakelijke rekening [Bankrekening 14] ten name van [B.V. 2](…)In het kader van een bevel stelselmatige observatie ex artikel 126g Sv werden diverse observaties uitgevoerd op verdachte [belanghebbende] . Daarbij werd [belanghebbende] meermaals opgepikt op het moment dat hij de woning [adres 7] verliet. Daarna werd herhaaldelijk gezien dat hij zijn ouderlijke woning op het adres [adres 6] bezocht. Na enige tijd verliet hij die weer met tassen. De inhoud van deze tassen, bestaande uit stapels enveloppen, werd door hem ter verzending aangeboden bij meerdere opeenvolgende agentschappen van [Postagentschap 2] waaronder het Postagentschap van [locatie] op 24 februari en 1 en 3 maart 2017.(…)Vorenstaande observaties waren aanleiding om in contact te treden met de afdeling security van [Postagentschap 2] . Daarbij werd duidelijk dat [Postagentschap 2] zelf reeds enige tijd actief onderzoek deed naar een persoon of groepering die grote aantallen aangetekende postzendingen via postagentschappen in [locatie] verzond. Het onderzoek werd ingegeven door dreigende imagoschade voor [Postagentschap 2] als verzender van drugs. Onbestelbaar retour gekomen zendingen van deze verzender bevatten NPS. De door [Postagentschap 2] gedetecteerde verzender bezocht net als [belanghebbende] achtereenvolgens meerdere agentschappen omstreeks dezelfde tijdstippen. De retourzendingen konden door [Postagentschap 2] niet aan de verzender worden geretourneerd omdat deze op de pakketten een niet bestaande postbus vermelde.(…)Door de officier van justitie werd 14 maart 2017 een vordering tot het verstrekking van historische gegevens gericht aan [Postagentschap 2] .Naar aanleiding van de vordering werden op 20 maart 2017 onder meer onderstaande gegevens ontvangen per email:- Camerabeelden van het Postagentschap aan de [locatie] d.d. 9 maart 2017, op deze beelden werd verdachte [belanghebbende] herkend als verzender;- 1 foto van een kassabon met de bestandsnaam [locatie] 9 maart 2017 voor € 467,20 aan verzendkosten betaald door de verzender op de door [Postagentschap 2] uitgeleverde camerabeelden;- 1 foto van een sluitetiket/sticker op een enveloppe met daarop de naam [naam B.V. en postbusadres] . Door [Postagentschap 2] werd aangegeven dat deze postbus niet bestond.(…)Van […] werd de verstrekking van identificerende gegevens gevorderd ten aanzien van de van [Postagentschap 2] ontvangen kassabon voor € 467,20 betaald op 9 maart 2017 (DOC-070). Op 24 maart 2017 werd van […] vernomen, dat de betreffende portokosten werden voldaan vanaf rekeningnummer [Bankrekening 14] ( [Bank 1] ).Middels IBAN-creator op het internet werd het rekeningnummer [Bankrekening 14] omgezet in IBAN[Bankrekening 14] . Deze bankrekening is bij de belastingdienst bekend als de rekening van:[B.V. 2][adres 5](…)In de door [Bank 1] verstrekte bankafschriften van [B.V. 2] zie ik in de periode van21 december 2016 tot en met 16 maart 2017 in totaal 26 betalingen aan […] [locatie] . De betalingen variëren in hoogte van circa € 230 tot boven € 500. Bij de betalingen is gebruik gemaakt van betaalpas met nummer 006.(…)In de door [Bank 1] verstrekte bankafschriften van [B.V. 2] zie ik dat met pasnummer 006 op 08-02-2017 om 11:56 uur € 489,95 is voldaan bij de […] .Verder zie ik dat ik in de periode van 15 december 2016 tot en met 7 maart 2017 in totaal 57betalingen zijn gedaan aan […] [locatie] . De betalingen variëren in hoogte van circa € 170 tot € 500. Bij de betalingen is gebruik gemaakt van betaalpas met nummer 006.(…)In de door [Bank 1] verstrekte bankafschriften van [B.V. 2] zie ik dat met pasnummer 006 op 09-03-2017om 13:33 uur € 467,20 is voldaan het postagentschap […] .Verder zie ik dat ik in de periode van 22 december 2016 tot en met 20 maart 2017 in totaal 61 betalingen zijn gedaan aan postagentschap […] [locatie] . De betalingen variëren in hoogte van circa € 100 ( een betaling van € 7) tot € 470. Bij de betalingen is gebruik gemaakt van betaalpas met nummer 006.(…)Op 6 april 2017 is de woning op het adres [adres 6] doorzocht. Dit is het woonadres van de ouders van [belanghebbende] .In de garage werden onder meer label printers aangetroffen en een Lenovo tablet, beslagnummer C.02.01.001. Door [L] , de vader van verdachte [belanghebbende] , werd onder meer meegedeeld dat de in de garage en berging aangetroffen zaken van zijn zoon [belanghebbende] zijn.De data op de Lenovo laptop zijn nader onderzocht. In een map genaamd Dymo, (software op computer benodigd om te kunnen communiceren met de tevens aangetroffen Dymo labelprinter (C.02.01.003), werden in een tweetal mappen respectievelijk genaamd “printed labels” en "recent layouts” een diverse hoeveelheid namen in combinatie met veelal buitenlandse adressering aangetroffen.De aangetroffen namen in combinatie met adresseringen, bestandsnaam in computer en deaanmaakdatum van het bestand, werden in een tweetal tabellen geplaatst DOC-172.De in DOC-172 opgenomen geadresseerden cq. klanten zijn vergeleken met betalingen die op de door [Bank 1] van [B.V. 2] verstrekte afschriften staan.Vastgesteld is dat 29 geadresseerden in het totaal 118 betalingen hebben gedaan aan [B.V. 2] .”
2.15. Belanghebbende heeft op verzoek van de Officier van Justitie een verklaring afgelegd. Hierin staat onder meer:
“Het geld in [Ltd. 1] en […] is verdiend met partijhandel en de handel, (…) in designer-drugs. Ik weet niet beter dan dat om legale handel ging.(…)Feit 4 vind ik erg onduidelijk, omdat ik niet goed begrijp waar de daarin genoemde bedragenvandaan komen. Ik heb geprobeerd in het dossier uit te zoeken waar de AMB-nummers opslaan, die daarbij worden genoemd. Maar het is me niet helemaal duidelijk geworden. Als ikhet goed begrijp, gaat het om geld dat te maken heeft met [B.V. 2] , de boot, [B.V. 1], mijn privérekening, [B.V. 6] , […]en bankrekeningen in [Buitenland 1] . Voor zover ik het allemaal snap, heeft dat allemaal te maken met de partijhandel en de handel in designer drugs, waar ik het eerder over had en die was in mijn ogen niet illegaal.Tot slot wil ik nog melden dat ik deze verklaring ook namens [GmbH 1] doe.”
2.16. In de reactie van de gemachtigde van belanghebbende op het verslag van het hoorgesprek in de bezwaarfase staat onder meer:
“Op blz. 3, 3e gedachtestreepje staat dat ik de feiten in de processen-verbaal niet kon weerspreken dat belastingplichtige in 2016 beschikte over de bankpassen van [B.V. 2] en [B.V. 1] en gelden uit die bankrekeningen heeft gebruikt voor o.a. consumptieve uitgaven. Volgens cliënt hebben die 'consumptieve uitgaven' betrekking op de incidentele aankoop van een kinderwagen, waarvoor abusievelijk gebruik is gemaakt voor een dergelijke bankpas. Voor het overige zijn daar zakelijke betalingen mee verricht.”
Oordeel van de Rechtbank
3. De Rechtbank heeft geoordeeld, waarbij belanghebbende is aangeduid als eiser en de Inspecteur als verweerder:
“Beoordeling van het geschilNavorderingsaanslag7. Tussen partijen is, anders dan in de bezwaarfase, niet meer in geschil dat geen sprake is van omkering en verzwaring van de bewijslast, zodat op verweerder de bewijslast rust om aannemelijk te maken dat de navorderingsaanslag terecht en tot een juist bedrag is opgelegd. Ter zitting is komen vast te staan dat evenmin in geschil is dat, zo eiser het door verweerder gestelde inkomen heeft genoten, verweerder bevoegd is ter zake van dat inkomen belasting na te vorderen.8. Volgens verweerder heeft eiser in 2016 de beschikking gehad over de bankrekeningen van [B.V. 2] en [B.V. 1] en zijn de stortingen op die bankrekeningen (direct en indirect) ten goede gekomen aan eiser. Eiser heeft dat weersproken.9. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder niet aannemelijk gemaakt dat eiser in 2016 het bij de vaststelling van de navorderingsaanslag in aanmerking genomen verzamelinkomen heeft genoten. De rechtbank ziet daarvoor in de processen-verbaal waarnaar verweerder (in vrij algemene zin) heeft verwezen niet genoeg concrete aanknopingspunten. Verweerder heeft ook desgevraagd ter zitting niet voldoende specifiek toegelicht welke concrete feiten en omstandigheden volgens hem zijn conclusie rechtvaardigen dat eiser in 2016 de beschikking had over de bankrekeningen van [B.V. 1] en [B.V. 2] en door de op die bankrekeningen gestorte bedragen is begunstigd. De verwijzingen naar gebeurtenissen in 2015 en 2017, waaronder de constatering dat op 11 mei 2015 bij een pinautomaat een pintransactie van de rekening van [B.V. 1] één minuut later werd gevolgd door een pintransactie van de rekening van eiser (genoemd in het proces-verbaal met documentcode AMB-047[1]), een viertal opnames van contant geld van de bankrekening van [B.V. 2] op 3 maart 2017 en het (betalen van verzendkosten voor het) versturen van postzendingen in 2017 (genoemd in het proces-verbaal met documentcode AMB-116[2]), hebben onvoldoende betrekking op 2016 en geven daarom onvoldoende uitsluitsel over de situatie in dat jaar. De rechtbank volgt verweerder ook niet in zijn stelling dat is gebleken dat met een bankpas van de bankrekening van [B.V. 2] in maart 2016 betalingen zijn gedaan in een babywinkel. Uit pagina 15 van het proces-verbaal met documentcode AMB-081[3] volgt dat die betalingen, anders dan is vermeld op pagina 4 van het proces-verbaal met documentcode AMB-116 waar verweerder naar verwijst, zijn gedaan in maart 2017. Betalingen in maart 2016 zouden bovendien niet stroken met de in laatstgenoemd proces-verbaal vermelde omstandigheid dat de partner van eiser ten tijde van die betalingen in verwachting was van een kind dat op [geboortedatum] 2017 is geboren. De verklaring van eiser “Als ik het goed begrijp, gaat het om geld dat te maken heeft met [B.V. 2] , (…) [B.V. 1] (…). Voor zover ik het allemaal snap, heeft dat allemaal te maken met de partijhandel en de handel in designer drugs (…)”,[4] vormt onvoldoende onderbouwing voor de toerekening van de bedragen aan eiser. Verweerder heeft ook onvoldoende onderbouwd op basis van welke gegevens hij concludeert dat eiser in 2016 handelde alsof hij bestuurder was van [B.V. 2] .10. Gelet op wat hiervoor is overwogen, moet de navorderingsaanslag worden vernietigd.Rentebeschikking11. Nu de navorderingsaanslag niet in stand kan blijven, moet ook de rentebeschikking worden vernietigd.Boetebeschikking12. Nu de navorderingsaanslag niet in stand kan blijven, moet ook de boetebeschikking worden vernietigd.13. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat op grond van artikel 67d, lid 1, van de AWR een boete kan worden opgelegd indien het aan opzet van de belastingplichtige is te wijten dat de aangifte niet is gedaan met betrekking tot een belasting die bij wege van aanslag wordt geheven. Van het niet doen van de aangifte zoals bedoeld in deze bepaling kan alleen worden gesproken als de betrokkene (i) is uitgenodigd tot het doen van aangifte, (ii) de daarbij gestelde termijn ongebruikt heeft laten verstrijken, en (iii) tevens geen gebruik heeft gemaakt van de hem op de voet van artikel 9, lid 3, AWR geboden gelegenheid om aangifte te doen binnen een door de inspecteur bij aanmaning gestelde termijn.[5] Nu eiser in dit geval niet is uitgenodigd, laat staan aangemaand, tot het doen van aangifte, is de boetebeschikking hoe dan ook ten onrechte aan hem opgelegd.Conclusie14. Gelet op wat hiervoor is overwogen, dient het beroep gegrond te worden verklaard.Proceskosten15. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 2.266 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting met een waarde per punt van € 296, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 837 en een wegingsfactor 1).(…)[1] Zie bijlage 17 bij het verweerschrift.[2] Zie bijlage 26 bij het verweerschrift.[3] Zie bijlage 18 bij het verweerschrift.[4] Zie bijlage 13 bij het verweerschrift, laatste pagina.[5] Hoge Raad 30 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1341, r.o. 2.2.”
Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
4.1. In geschil is of de navorderingsaanslag terecht en naar het juiste bedrag is opgelegd.
4.2. De Inspecteur beantwoordt voormelde vraag bevestigend en belanghebbende ontkennend.
4.3. De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, behoudens het oordeel over de vernietiging van de vergrijpboete, en tot vaststelling van het belastbare inkomen uit werk en woning over het jaar 2016 op € 561.384 overeenkomstig de uitspraak op bezwaar.
4.4. Belanghebbende concludeert primair tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank. Belanghebbende concludeert subsidiair tot vaststelling van het belastbare inkomen uit werk en woning over het jaar 2016 op € 21.230, zijnde het bedrag dat in 2016 op de privérekening van belanghebbende contant is gestort, en meer subsidiair tot vaststelling van dat inkomen op € 167.114, zijnde het bedrag dat in 2016 op de bankrekening van [B.V. 2] is gestort. Voorts verzoekt belanghebbende om toekenning van een proceskostenvergoeding.
4.5. Tussen partijen is niet in geschil dat de boetebeschikking terecht door de Rechtbank is vernietigd.
Beoordeling van het hoger beroep
5.1.1. Vooropgesteld wordt dat geen sprake is van omkering en verzwaring van de bewijslast als bedoeld in artikel 27e, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). Het ligt dan op de weg van de Inspecteur om de feiten te stellen en bij betwisting door belanghebbende aannemelijk te maken dat belanghebbende in 2016 het bij de vaststelling van de navorderingsaanslag in aanmerking genomen belastbare inkomen uit werk en woning heeft genoten.
5.1.2. De Inspecteur stelt dat belanghebbende over de bankrekeningen van [B.V. 1] en [B.V. 2] beschikte en dat de op die bankrekeningen gestorte bedragen in privé aan hem ten goede zijn gekomen. Volgens de Inspecteur bieden de processen-verbaal uit het strafrechtelijk onderzoek daarvoor voldoende aanknopingspunten. De aanknopingspunten die daarvoor zijn gevonden in de jaren 2015 en 2017 zijn ook van belang voor 2016, aldus de Inspecteur. Tot slot stelt de Inspecteur dat de Rechtbank ten onrechte is voorbijgegaan aan de verklaring van belanghebbende en dat de contante stortingen op de privérekening van belanghebbende tot een bedrag van € 21.230 in ieder geval ten onrechte buiten beschouwing zijn gelaten.
5.1.3. Belanghebbende stelt dat hij in 2016 niet (uitsluitend) kon beschikken over de bankrekeningen van [B.V. 1] en [B.V. 2] en dat de stortingen op deze bankrekeningen niet aan hem in privé ten goede zijn gekomen. Belanghebbende benadrukt dat de bewijslast op de Inspecteur rust en dat de Inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt, laat staan bewezen dat de feiten en omstandigheden uit de jaren 2015 en 2017, als daaruit al zou kunnen worden afgeleid dat in die jaren enig bedrag aan belanghebbende in privé is ten goede gekomen, representatief zijn voor het jaar 2016. Belanghebbende voert verder aan dat vanaf de bankrekening van [B.V. 1] in 2016 aanzienlijke bedragen zijn overgemaakt naar [B.V. 8] en [B.V. 9] en dat hij met deze vennootschappen niets te maken heeft. Het is veel aannemelijker dat de stortingen op de bankrekeningen van [B.V. 1] en [B.V. 2] omzet (handelsgeld) van die vennootschappen betreffen, aldus belanghebbende.
Beschikte belanghebbende over de bankrekeningen van [B.V. 1] en [B.V. 2] ?
5.2.1. Naar het oordeel van het Hof is aannemelijk dat belanghebbende in 2016 in persoon en in privé over de bankrekeningen van [B.V. 1] en [B.V. 2] kon beschikken en ook heeft beschikt en dat de op die bankrekeningen ontvangen bedragen niet daadwerkelijk betrekking hebben op (handels)activiteiten van die vennootschappen. Hierbij wordt het volgende, in samenhang bezien, in aanmerking genomen.
5.2.2. De gedingstukken bieden behoudens de geldstromen geen enkele indicatie dat door [B.V. 1] en [B.V. 2] in 2016 daadwerkelijk (handels)activiteiten zijn verricht. De activiteiten van [B.V. 1] waren volgens de registratie bij de Kamer van Koophandel bovendien al gestaakt op 16 november 2015 (zie 2.6). Voorts heeft de directeur van [B.V. 1] niet gereageerd op vragen van de bank bij het ingestelde fraudeonderzoek en heeft niemand bij de beëindiging van de rekening het restsaldo geclaimd (zie 2.9).
5.2.3. Daarnaast bieden de gedingstukken geen enkele indicatie dat belanghebbende een (formele) rol bij [B.V. 1] en/of [B.V. 2] had. Desondanks is in de iPhone van belanghebbende een notitie aangetroffen waarin gegevens zijn opgenomen die corresponderen met mutaties op de bankrekening van [B.V. 1] . Verder is in de woning waarin belanghebbende verbleef een Samsungtelefoon aangetroffen met e-mailverkeer waaruit blijkt dat de gebruiker van de telefoon bestellingen plaatst voor nieuwe psychoactieve stoffen, zich uitgeeft als de directeur van [B.V. 2] , een toegangscode en uittreksel uit het handelsregister aanvraagt en dat uittreksel verkrijgt. In diezelfde telefoon zijn ook sms-berichten met TAN-codes aangetroffen in verband met het wijzigen van instellingen met betrekking tot een bankpas met nummer 006 en betaalopdrachten die overeenkomen met bankmutaties van de rekening van [B.V. 2] (zie 2.12).
5.2.4. Tot slot is aannemelijk dat belanghebbende beschikte over de bankpas van [B.V. 1] en [B.V. 2] . In 2015 is namelijk bij dezelfde geldautomaat om 08.28 uur een bedrag opgenomen van de rekening van [B.V. 1] en om 08.29 uur een bedrag van de privérekening van belanghebbende (zie 2.10). Verder is in 2016 en 2017 met bankpas nummer 006 geld opgenomen van de bankrekening van [B.V. 2] en in 2016 een betaling gedaan bij [B.V. 11] (zie onderdeel 2.11). Uit observaties en informatie van de [Bank 1] blijkt dat die bankpas in 2017 in gebruik was bij belanghebbende (zie 2.14). Belanghebbende heeft in zijn reactie op het hoorverslag bovendien niet weersproken dat hij in 2016 beschikte over de bankpas van [B.V. 1] en [B.V. 2] (zie 2.16).
Heeft belanghebbende werkzaamheden verricht en daaruit inkomsten genoten?
5.3.1. Het Hof acht aannemelijk dat belanghebbende werkzaamheden heeft verricht en daaruit in privé inkomsten heeft genoten. Hierbij wordt het volgende, in samenhang bezien, in aanmerking genomen.
5.3.2. Uit observaties blijkt dat belanghebbende herhaaldelijk is gezien met tassen vol met enveloppen die door hem voor verzending zijn aangeboden bij [Postagentschap 2] -agentschappen. Uit gegevens van [Postagentschap 2] -agentschappen blijkt dat belanghebbende is herkend als verzender en dat portokosten (met bankpas nummer 006) werden voldaan vanaf de bankrekening van [B.V. 2] (zie 2.14).
5.3.3. Daarnaast is in de laptop van belanghebbende informatie aangetroffen over verzendlabels en een lijst van vermoedelijk nieuwe psychoactieve stoffen in combinatie met een verdeling van het aantal grammen ingedeeld in kolommen (zie 2.12). In de woning van de ouders van belanghebbende zijn bovendien een label printer en een Lenovo tablet met informatie over verzendlabels aangetroffen, welke volgens verklaring van de vader van belanghebbende toebehoren aan belanghebbende. In het strafrechtelijke onderzoek is vastgesteld dat op de verzendlabels vermelde geadresseerden betalingen hebben gedaan aan [B.V. 2] (zie 2.14).
5.3.4. Uit het onderzoek naar de door [Postagentschap 2] onderschepte en onbestelbaar retour ontvangen postzendingen volgt verder dat geadresseerden van die postzendingen in de overzichten van de bankrekeningen van [B.V. 1] en [B.V. 2] voorkomen (zie 2.13). De onbestelbaar retour ontvangen postzendingen bevatten bovendien sporen van nieuwe psychoactieve stoffen (zie 2.14).
5.3.5. Tot slot vertonen de bankrekeningen van [B.V. 1] en [B.V. 2] een vergelijkbaar beeld waarbij vooral betalingen zijn gedaan door particulieren uit andere landen (zie 2.6 en 2.11) en waarbij direct dan wel indirect aanzienlijke bedragen zijn overgemaakt naar veel dezelfde partijen waaronder [GmbH 1] en [Ltd. 1] , bedrijven van belanghebbende (zie 2.6, 2.7, 2.8 en 2.11). Bovendien heeft belanghebbende mede namens [GmbH 1] verklaard dat het geld in [Ltd. 1] is verdiend met partijhandel en handel in designerdrugs (zie 2.15). Dat de bedragen die aan de ‘eigen (buitenlandse) vennootschappen’ zijn overgemaakt betrekking hebben op goederenleveringen dan wel dienstverlening door die vennootschappen is gelet op het vorenstaande en zonder nadere onderbouwing door belanghebbende niet aannemelijk. Het Hof acht veeleer aannemelijk dat het gebruik van de bankrekeningen van [B.V. 1] en [B.V. 2] en de overboeking van gelden naar de ‘eigen (buitenlandse) vennootschappen’ een poging is geweest te maskeren dat belanghebbende de handel in designerdrugs in privé heeft gedreven. Daarbij neemt het Hof in ogenschouw dat belanghebbende geen enkele poging heeft ondernomen de Inspecteur, de Rechtbank en het Hof enige helderheid te verschaffen in de gang van zaken. Integendeel, belanghebbende is noch bij de Rechtbank, noch bij het Hof verschenen om een en ander toe toelichten en is overigens via zijn gemachtigde uiterst vaag gebleven en soms zelfs tegenstrijdig over de gang van zaken bij zijn handelsactiviteiten. Weliswaar rust de bewijslast dat belanghebbende in privé werkzaamheden heeft verricht en daaruit inkomsten heeft genoten op de Inspecteur, maar dat laat onverlet dat belanghebbende – gelet op alle in de processen-verbaal van bevindingen beschreven constateringen – niet kan volstaan met louter vage standpunten en blote stellingen ter weerspreking van die constateringen.
Is het vastgestelde belastbare inkomen juist?
5.4.1. De Inspecteur heeft, gelet op het onder 5.2.1 tot en met 5.3.5 overwogene, aannemelijk gemaakt dat belanghebbende in privé heeft gehandeld in designerdrugs en dat hij daaruit inkomsten heeft genoten. De Inspecteur dient echter ook aannemelijk te maken dat het vastgestelde belastbare inkomen juist is.
5.4.2. Het Hof acht aannemelijk dat de bedragen die zijn overgemaakt aan de bedrijven waarvan belanghebbende eigenaar is in privé aan hem zijn toe te rekenen. Voor het jaar 2016 gaat het dan meer specifiek om de bedragen die vanaf de bankrekening van [B.V. 2] zijn overgemaakt naar [Ltd. 1] (totaalbedrag € 81.050). Verder is aannemelijk dat de bedragen die in 2016 met bankpas nummer 006 contant bij geldautomaten zijn opgenomen (totaalbedrag € 20.350) aan belanghebbende in privé zijn toe te rekenen en dat dit ook geldt voor de betaling (€ 2.060) die met diezelfde bankpas is gedaan bij [B.V. 11] (zie 2.11). Belanghebbende beschikte namelijk over die bankpas (zie 5.2.3 en 5.2.4). Tot slot is aannemelijk dat de contante stortingen op de privérekening van belanghebbende in 2016 (totaalbedrag € 21.230), mede gelet op de verklaring van belanghebbende (zie 2.15), inkomsten uit de handel in designerdrugs betreffen. In totaal gaat het dan om een bedrag van € 124.690 waarvan aannemelijk is dat het door belanghebbende in privé als inkomsten is genoten uit de handel in designerdrugs.
5.4.3. De Inspecteur heeft voor het restant van het vastgestelde belastbare inkomen niet aannemelijk gemaakt dat het aan belanghebbende in privé is toe te rekenen. De gedingstukken bieden daarvoor onvoldoende concrete aanknopingspunten. Daarbij geldt dat een zeer aanzienlijk deel van dit restant is toe te rekenen aan betalingen aan [B.V. 8] en [B.V. 9] , vennootschappen waarvan belanghebbende stelt dat hij er niets mee te maken heeft en waar de Inspecteur hoegenaamd geen (aanvullend) onderzoek naar heeft gedaan, terwijl dat gelet op de opstelling van belanghebbende wel op zijn weg lag.
Belastingrente
5.5. De in rekening gebrachte belastingrente dient op grond van artikel 30fe, lid 1, AWR in samenhang met artikel 30fb, lid 2, AWR te worden verminderd voor zover toerekenbaar aan het bedrag waarmee de navorderingsaanslag wordt verminderd.
Slotsom
5.6. Het hoger beroep is gegrond.
Proceskosten
6. Er is geen aanleiding de Inspecteur te veroordelen in de proceskosten.
Beslissing
Het Gerechtshof:
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissingen inzake de vernietiging van de uitspraak op bezwaar, de vergrijpboete, de proceskosten en het griffierecht;
- vermindert de navorderingsaanslag tot een berekend belastbaar inkomen uit werk en woning van € 124.690;
- vermindert de belastingrente in overeenstemming daarmee.
Deze uitspraak is vastgesteld door L.D.M.A Reijs, W.M.G. Visser en T.A. de Hek, in tegenwoordigheid van de griffier L. van den Bogerd. De beslissing is op 17 oktober 2024 in het openbaar uitgesproken.