Gerelateerde content
- Wet en parlementaire geschiedenis
- Internationale regelgeving
- Lagere regelgeving
- Besluiten
- Jurisprudentie
- Commentaar NLFiscaal
- Literatuur
- Recent
Samenvatting
De Tweede Kamer heeft dit wetsvoorstel op 14 november 2024 aangenomen.
Dit wetsvoorstel bevat de volgende wijzigingen:
- vereenvoudigde rechtstreekse zusterfusie;
- wijziging van ‘Staat der Nederlanden’ naar ‘Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon’ in de Wet LB 1964;
- fiscale premiegrens ouderdomspensioen en partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum;
- samenloop onderworpenheidstoetsen in de vennootschapsbelasting en Pijler 2;
- de objectvrijstelling ten aanzien van buiten beschouwing blijvende vaste inrichtingen;
- de ‘general anti-abuse rule’ (GAAR) uit de eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking (bekend als ATAD1) in de vennootschapsbelasting;
- wijziging inhoudingsvrijstelling in de Wet DB 1965;
- vervallen BPM-vrijstelling voor de bestelauto van een ondernemer;
- begripsbepaling afvalverbrandingsinstallatie verbranding van stedelijk afval;
- verduidelijking in-/uitmethode afvalstoffenbelasting;
- wijziging Wet fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw;
- vervallen van bepalingen naheffing en teruggaaf veraccijnsde voorraad brandstof;
- wijzigingen boetebepalingen Algemene douanewet (Adw);
- wijzigingen in voorwaarden voor internationale waardeoverdracht van pensioen.
Inwerkingtreding
Het wetsvoorstel zal op 1 januari 2025 in werking treden, met dien verstande dat een aantal onderdelen op een eerdere of latere datum in werking zal treden.
Nota van wijziging
Het voorstel in de nota van wijziging beoogt de verwijzing in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) naar de begripsomschrijving voor de Europees Artikel Nummer-code (EAN-code) in artikel 1, onderdeel f, Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet met ingang van 1 januari 2025 te vervangen door een volledige begripsomschrijving. Met het vervangen van de verwijzing naar de begripsomschrijving door de begripsomschrijving in de Wbm zelf wordt zeker gesteld dat een voor de Energiebelasting relevant begrip in wet- en regelgeving blijft behouden en geen afhankelijkheid bestaat van andere wet- en regelgeving.
