Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft de Oekraïense nationaliteit. Hij is met zijn gezin in maart 2022 naar Nederland gevlucht vanwege de oorlog in Oekraïne. X heeft in Nederland een tijdelijke woning toegewezen gekregen en staat vanaf 18 maart 2022 onafgebroken ingeschreven in de BRP. X en zijn gezin huren een appartement in Oekraïne.

X is gedurende de periode van april 2022 tot en met augustus 2022 werkzaam geweest als opvarende op een schip dat onder Liberiaanse vlag in internationale wateren voer.

Op 1 september 2022 heeft X een arbeidsovereenkomst voor de duur van twaalf maanden gesloten met bedrijf Y (belanghebbende 2). Op 11 oktober 2022 is hij gestart met zijn werkzaamheden voor Y.

Op 19 oktober 2022 hebben X en Y een gezamenlijk verzoek gedaan om toepassing van de 30%-regeling. De Inspecteur heeft het verzoek geweigerd.

Dat acht Rechtbank Noord-Holland onterecht. Naar het oordeel van de Rechtbank woonde X op 1 september 2022 niet in Nederland. Op die datum is nog geen duurzame band van persoonlijke aard met Nederland ontstaan. Dat X beschikte over een woning in het kader van zijn opvang in Nederland maakt dat niet anders. Bovendien is de inschrijving in de BRP te beschouwen als een verplichting die hoort bij het verblijf in Nederland op basis van de Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming. X kwalificeert als ingekomen werknemer voor toepassing van de 30%-regeling.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
september 2021 e.v.
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
17 juni 2024
Rolnummer
23/5668
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2024:6877
NLF-nummer
NLF 2024/2749
Aflevering
10 december 2024

Naar de bovenkant van de pagina