Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is zorgverlener. In 2017 en 2018 was hij verzorger van persoon C. Zij ontving voor het inkopen van zorg een persoonsgebonden budget (pgb).

Op 13 februari 2020 heeft de bank desgevraagd financiële gegevens over X aan de Inspecteur verstrekt. Mede daarop gebaseerd heeft de Inspecteur een navorderingsaanslag IB/PVV 2017 opgelegd en is hij bij de aanslag IB/PVV 2018 afgeweken van de aangifte. De correcties houden verband met betalingen van persoon C (en dochter) en ten onrechte opgevoerde kostenposten.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat sprake is van een nieuw feit. Verder heeft X de vereiste aangifte niet gedaan, zodat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard. De Inspecteur heeft volgens de Rechtbank een redelijke schatting gemaakt en X heeft niet overtuigend aangetoond dat de belastingaanslagen tot te hoge bedragen zijn opgelegd. De Rechtbank ziet geen aanleiding de vergrijpboete te matigen. De Rechtbank beslist ten slotte dat er geen reden is om de bankgegevens uit te sluiten als bewijs.

Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2017-2018
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
29 maart 2022
Rolnummer
20/6639; 20/6640; 20/6643; 20/6644
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2022:1543
NLF-nummer
NLF 2022/1009
Aflevering
26 mei 2022
bwbr0002320&artikel=16,bwbr0002320&artikel=16,bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=27e

Naar de bovenkant van de pagina