Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft beroep ingesteld inzake een beschikking aansprakelijkstelling voor ten name van fiscale eenheid A opgelegde naheffingsaanslagen omzetbelasting.

Partijen hebben bij wijze van compromis overeenstemming bereikt over het materiële geschilpunt. Partijen zijn het erover eens geworden dat het als gevolg van de aansprakelijkstelling nog in te vorderen bedrag moet worden vastgesteld op € 17.500. Rechtbank Zeeland-West-Brabant overweegt dat het compromis niet het bedrag van de beschikking aansprakelijkstelling als zodanig raakt (vgl. HR 17 februari 2012, 10/02179, ECLI:NL:HR:2012:BV3927 en HR 27 mei 2022, 20/01702, ECLI:NL:HR:2022:766, NLF 2022/1046, met noot van Raaijmakers). Dat betekent dat de beschikking aansprakelijkstelling, zoals deze luidt na uitspraak op bezwaar, in stand blijft en het beroep in zoverre ongegrond is.

Voor het overige is het beroep gegrond. Naar het oordeel van de Rechtbank voldoet een geschrift van 13 augustus 2019 aan alle voorwaarden voor een ingebrekestelling. X heeft recht op de maximale dwangsom van € 1.442.

X heeft verder recht op een immateriële schadevergoeding en proceskostenvergoeding.

Metadata

Rubriek(en)
Invordering
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
niet bekend
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
12 september 2022
Rolnummer
19/6621
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:5289
NLF-nummer
NLF 2022/1869
Aflevering
22 september 2022
bwbr0005537&artikel=4:17,bwbr0005537&artikel=4:17

Naar de bovenkant van de pagina