Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende), opgericht op 14 oktober 2014, exploiteert een onderneming die zich richt op het geven van rechtskundig advies en onder meer het behartigen van letselschadezaken. A is enig aandeelhouder en bestuurder van X.

In geschil is welk bedrag in 2014 en 2015 aan gebruikelijk loon voor A in aanmerking moet worden genomen. De Inspecteur acht aannemelijk dat voor het jaar 2014 een loon van € 10.000 gebruikelijk is. Voor 2015 acht hij niet aannemelijk dat een lager loon dan € 44.000 gebruikelijk is.

Rechtbank Gelderland heeft aannemelijk geacht dat X niet over de financiële middelen beschikte om het gebruikelijke loon uit te betalen. Op grond daarvan heeft de Rechtbank het gebruikelijke loon voor 2014 gesteld op € 3.000 en voor 2015 op € 12.000.

X verdedigt in hoger beroep een gebruikelijk loon van nihil, althans minder dan resp. € 10.000 en € 44.000. Tot steun voor haar stellingen heeft X haar jaarstukken overgelegd van de boekjaren 2014/2015, 2016 en 2017. Zij maakt echter niet aannemelijk dat de overgelegde jaarstukken de werkelijkheid weergeven.

X maakt volgens Hof Arnhem-Leeuwarden ook niet aannemelijk dat een lager loon gerechtvaardigd is vanwege een structurele verliessituatie en/of voortvloeit uit het waarborgen van de continuïteit van het bedrijf. Het Hof oordeelt dat het gebruikelijke loon van X niet lager is dan € 10.000 in 2014 en € 44.000 in 2015. Omdat A in 2015 € 29.800 loon daadwerkelijk heeft ontvangen, bedraagt het fictieve loon voor dat jaar € 14.200. Het hoger beroep van X is ongegrond, het incidenteel hoger beroep van de Inspecteur is gegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2014 en 2015
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
19 april 2022
Rolnummer
20/00620; 20/00621
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:3066
NLF-nummer
NLF 2022/0893
Aflevering
5 mei 2022
bwbr0002471&artikel=12a,bwbr0002471&artikel=12a

Naar de bovenkant van de pagina