Direct naar content gaan

Samenvatting

A Fonds, een beleggingsfonds naar Duits recht, probeert teruggave te krijgen van de Nederlandse dividendbelasting die is ingehouden voor de boekjaren 2002/2003 tot en met 2007/2008 met een beroep op het recht op vrij verkeer van kapitaal dat is neergelegd in artikel 63 VWEU.

Deze teruggave is door de Belastingdienst geweigerd omdat A Fonds niet in Nederland gevestigd is. Hof Den Bosch is van mening dat deze weigering een schending van artikel 63 VWEU vormt en dat het verzoek van A Fonds om teruggave van de dividendbelasting moet worden toegewezen om die schending op te heffen.

Het Hof vraagt zich echter af of een dergelijke beslissing verenigbaar is met het staatssteunrecht. Omdat het Hof van mening is dat de Nederlandse belastingmaatregel op grond waarvan de dividendbelasting wordt teruggegeven, een bestaande steunregeling vormt, wenst het Hof in wezen te vernemen of het staatssteunrecht zich ertegen verzet dat het verzoek krachtens artikel 63 VWEU van A Fonds om teruggave van de dividendbelasting wordt toegewezen, nu deze beslissing tot gevolg zou hebben dat de kring van begunstigden van de betrokken steunregeling wordt uitgebreid. Het Hof heeft daarom aan het HvJ prejudiciële vragen gesteld.

Volgens A-G Saugmandsgaard is het Hof niet bevoegd om te toetsen of het woonplaatsvereiste van de Nederlandse belastingmaatregel die in het hoofdgeding aan de orde is, verenigbaar is met artikel 63 VWEU, gelet op de uitsluitende bevoegdheid van de Europese Commissie om de verenigbaarheid te beoordelen van steunmaatregelen met de markt van de Unie, die voortvloeit uit artikel 107 en 108 VWEU.

In deze conclusie komt een samenloop van de Europese verdragsvrijheden en het Europese staatssteunrecht aan bod die, zoals de A-G ook aangeeft, niet geheel nieuw, maar ook nog niet helemaal uitgekristalliseerd is.

Unierechtelijke aspecten verzoek om teruggave dividendbelasting

De zaak zelf draait om een verzoek om teruggave van Nederlandse dividendbelasting aan een niet aan de vennootschapsbelasting onderworpen lichaam. Op grond van artikel 10, lid 1, Wet DB 1965 kan teruggave aan in Nederland gevestigde lichamen worden verleend. Dit verzoek is in casu gedaan door het Duitse beleggingsfonds A Fonds (waarvan alle aandelen worden gehouden door een Duits publiekrechtelijk lichaam dat ook openbare taken vervult). In artikel 10, lid 2, Wet DB 1965 is sinds 1 januari 2017 opgenomen dat een dergelijk teruggaveverzoek onder voorwaarden ook kan worden toegewezen aan lichamen gevestigd in de Europese Unie of Europese Economische Ruimte. Die bepaling ontbrak echter in de onderhavige jaren (voor A Fonds betreft het de boekjaren 2002/2003 tot en met 2007/2008), hetgeen tot weigering van het verzoek leidde. Gezien het feit dat het een proefprocedure betreft en de Belastingdienst al ongeveer 1.000 vergelijkbare verzoeken zou hebben ontvangen, is het belang voor de praktijk wezenlijk.

Hof Den Bosch is van mening dat deze weigering een schending van het Unierechtelijke recht op vrij kapitaalverkeer vormt en dat het verzoek van A Fonds om teruggave van de dividendbelasting moet worden toegewezen om die schending op te heffen. Op dit punt heeft het Hof geen (prejudiciële) vragen. Het Hof gaat er echter van uit dat de teruggaveregeling bestaande steun vormt en stelt daarom prejudiciële vragen over (de taakuitoefening van de nationale rechter bij) samenloop van de verkeersvrijheden en het staatssteunrecht.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Dividendbelasting
Belastingtijdvak
2002-2008
Instantie
A-G HvJ
Datum instantie
18 december 2018
Rolnummer
C‑598/17
ECLI
ECLI:EU:C:2018:1037
Auteur(s)
Mart van Hulten
PwC/Tilburg University
NLF-nummer
NLF 2019/0080
Aflevering
10 januari 2019
Judoreg
NFB2114
bwbr0002515&artikel=10&lid=2,bwbr0002515&artikel=10&lid=2,bwbv0001506&artikel=107,bwbv0001506&artikel=107,bwbv0001506&artikel=108,bwbv0001506&artikel=108,bwbv0001506&artikel=63,bwbv0001506&artikel=63

Naar de bovenkant van de pagina