Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) is op 5 juli 2022 een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. X heeft hier bezwaar tegen gemaakt dat is ontvangen op 8 juli 2022. De Heffingsambtenaar heeft het bezwaar met een uitspraak van 19 juni 2023 ongegrond verklaard.

X stelt bij Rechtbank Midden-Nederland dat niet binnen de wettelijke termijn is beslist op het bezwaar, zodat de uitspraak zonder gevolg dient te blijven.

De Heffingsambtenaar had uiterlijk 31 december 2022 een besluit moeten nemen. De wettelijke termijnen voor het nemen van besluiten zijn echter geen fatale termijnen, maar termijnen van orde. Overschrijding van de termijnen betekent daarom niet dat de beslissing op bezwaar reeds op die grond voor vernietiging in aanmerking komt. Er is geen wettelijk voorschrift dat bepaalt dat in een dergelijk geval het desbetreffende besluit niet in stand kan blijven. Gelet hierop komt de bestreden uitspraak op bezwaar niet voor vernietiging in aanmerking.

Het beroep is daarom ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum instantie
24 juni 2024
Rolnummer
23/3428
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2024:4896
NLF-nummer
NLF 2024/2139
Aflevering
24 september 2024

Naar de bovenkant van de pagina