Direct naar content gaan

Samenvatting

De Inspecteur heeft van een tipgever stukken ontvangen betreffende Van Lanschot Bankiers (Luxembourg) SA. Nadat X is verzocht informatie te verstrekken over zijn in het buitenland aangehouden bankrekeningen heeft hij aangegeven in 2010 te beschikken over tegoeden aangehouden bij een andere bank in Luxemburg. De Inspecteur heeft daarop (navorderings)aanslagen IB/PVV en VB (de eerste tranche) opgelegd. Onder druk van verbeurte van een dwangsom van maximaal € 300.000 heeft X voorts de saldi van de verschillende bij die andere bank in Luxemburg aangehouden bankrekeningen aangegeven. Deze gegevens hebben tot de conclusie geleid dat de aanvankelijke verwerkte vermogens te laag waren. De Inspecteur heeft daarom een tweede tranche navorderingsaanslagen opgelegd. Ten aanzien van het aangehouden vermogen bij Van Lanschot zijn geschatte bedragen in aanmerking genomen.

In hoger beroep gaat het met name om de vraag of het bewijsmateriaal dat de Belastingdienst van de tipgever heeft gekocht, ook mocht worden gebruikt voor het opleggen van belastingaanslagen.

Uit het arrest van de Hoge Raad van 8 november 2019 (18/01347, ECLI:NL:HR:2019:1715) kan niet anders worden afgeleid dan dat het de Belastingdienst vrijstaat om met welke tipgever dan ook, tegen welke beloning dan ook, een overeenkomst te sluiten ter verkrijging van materiaal dat voor de maatschappelijke taak van belastingheffing kan worden gebruikt. Voor zover het betoog van X is gebaseerd op de wijze waarop het bewijsmateriaal door de tipgever en/of de Inspecteur is verkregen, wordt het daarom door Hof Den Bosch verworpen. Het Hof is echter van oordeel dat het bewijsmateriaal van gebruik moet worden uitgesloten, omdat er vragen zijn over de betrouwbaarheid van het bewijsmateriaal en twijfels over de betrouwbaarheid van de tipgever én een normale en procedureel gerechtvaardigde vorm van waarheidsvinding ten aanzien van het bewijsmateriaal door aan de Inspecteur toe te rekenen (proces)keuzes wordt gefrustreerd. De correcties ten aanzien van Van Lanschot komen daarom te vervallen. De aanslagen die zijn gebaseerd op in het buitenland aangehouden tegoeden bij de andere bank acht het Hof door de Inspecteur aannemelijk gemaakt.

Boetes van 100% over de bedragen aan belasting acht het Hof passend en geboden. Vanwege undue delay worden of zijn de boetes verminderd met 20% van de boetegrondslag.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
1998-2009
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
18 november 2020
Rolnummer
17/00301; 17/00302; 17/00303; 17/00304; 17/00305; 17/00306; 17/00307; 17/00308; 17/00309; 17/00310; 17/00311; 17/00312; 17/00313; 17/00314; 17/00315; 17/00316; 17/00317; 17/00318; 17/00319; 17/00320; 17/00321; 17/00322; 17/00323
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:3557
Auteur(s)
Iris de Roos
Van Bavel advocaten
NLF-nummer
NLF 2021/0149
Aflevering
21 januari 2021
Judoreg
NFB4062
bwbr0002320&artikel=16,bwbr0002320&artikel=16

Naar de bovenkant van de pagina