Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) is gebruiker en genothebbende krachtens beperkt recht van een woning (appartementsrecht) in een appartementencomplex. De eigenaren van de appartementsrechten zijn van rechtswege lid van de Vereniging van Eigenaren (VvE).

De WOZ-waarde van de woning is per waardepeildatum 1 januari 2017 voor het kalenderjaar 2018 vastgesteld op € 135.000.

Rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat de Heffingsambtenaar het bij de vergelijkingsobjecten aanwezige aandeel in de onderhoudsreserve bij de VvE uit de koopsommen van de vergelijkingsobjecten had moeten halen alvorens deze te vergelijken met de woning van X. De Rechtbank heeft de waarde van de woning in goede justitie vastgesteld op € 130.000.

De Heffingsambtenaar heeft hoger beroep ingesteld maar Hof Den Haag verklaart dat ongegrond.

Niet in geschil is dat in de verkoopprijzen van de drie vergelijkingsobjecten een aandeel in de onderhoudsreserve bij de VvE is verdisconteerd ter grootte van de in de desbetreffende leveringsakten genoemde bedragen. Hiervan uitgaande heeft de Rechtbank een juiste uitleg gegeven aan het arrest van 13 augustus 2010 (09/00181, ECLI:NL:HR:2010:BL7268). De Heffingsambtenaar heeft de door hem vastgestelde waarde van de woning niet aannemelijk gemaakt, en de Rechtbank heeft de waarde van de onroerende zaak terecht verminderd.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
29 oktober 2019
Rolnummer
19/00314
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2019:2863
NLF-nummer
NLF 2019/2508
Aflevering
14 november 2019
bwbr0007119&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina