Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) houdt zich bezig met activiteiten op het gebied van projectontwikkeling.

Eigenaar A (bv) heeft grond in delen aan particulieren verkocht om er huizen op te laten bouwen door een aannemer. Deze levering van de grond aan particulieren was steeds vrijgesteld van omzetbelasting, omdat geen sprake was van een bouwterrein wegens nog aanwezige bebouwing. Voorafgaand aan de levering heeft X ontwikkelwerkzaamheden verricht en met omzetbelasting gefactureerd aan A. X heeft de omzetbelasting niet voldaan aan de Belastingdienst. De Inspecteur heeft naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd over de tijdvakken 2018 en 2019.

X stelt in beroep en hoger beroep dat de werkzaamheden niet onder bezwarende titel zijn verricht, omdat sprake is van partage dan wel van een winstdelingsovereenkomst.

Hof Arnhem-Leeuwarden komt tot het oordeel dat de werkzaamheden die X voor A heeft verricht, zijn belast met omzetbelasting. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat de werkzaamheden zijn verricht op basis van een zogenoemde partage-overeenkomst. De gestelde partage-overeenkomst stemt niet overeen met de economische realiteit zodat daaraan geen fiscale gevolgen worden verbonden.

Het hoger beroep is wel gegrond, omdat de Inspecteur nader heeft gesteld dat de vergrijpboete (2018) moet worden vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2018-2019
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
19 november 2024
Rolnummer
23/1034; 23/1035
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:7090
NLF-nummer
NLF 2024/2760
Aflevering
10 december 2024

Naar de bovenkant van de pagina