Direct naar content gaan

Samenvatting

Een van fiscale eenheid X (belanghebbende) deel uitmakende vennootschap (hierna: A) biedt via haar website een internetveiling voor consumenten aan. Die veiling houdt in dat de consument kan bieden op door andere ondernemers aangeboden producten of diensten, zoals reizen of arrangementen.

De winnaar moet de geboden prijs binnen vijf werkdagen aan A betalen, vermeerderd met een bedrag aan administratiekosten. Na deze betaling ontvangt de winnaar een digitale bon met een code. Met de bon kan het product worden geboekt of besteld op de website van A (het verzilveren). Als het product niet of niet tijdig is geboekt of besteld, dus als de bon niet is verzilverd, heeft de winnaar geen recht op terugbetaling van het aan A betaalde bedrag. In die gevallen ontvangt de aanbieder geen uitbetaling van A. Van alle bonnen wordt tussen de 4 en 16 procent niet verzilverd.

X heeft verzocht om teruggaaf van omzetbelasting (1e kwartaal 2016). Zij stelt zich wat betreft de niet verzilverde bonnen op het standpunt dat zij geen belastbare prestaties heeft verricht en dat zij daarom geen omzetbelasting is verschuldigd. De Inspecteur heeft het verzoek om teruggaaf afgewezen.

Dat acht Hof Amsterdam terecht. Volgens het Hof moet X gelet op een vso jegens de Inspecteur eraan worden gehouden dat bij het niet verzilveren van een bon een aan heffing van omzetbelasting onderworpen prestatie wordt verricht. Ook los van deze vso is de uitgifte van de bon volgens het Hof een voltooide prestatie die moet worden beschouwd als een zelfstandig belastbaar feit, omdat daarmee een voordeel wordt overgedragen waardoor de ontvanger van dat recht een (potentieel onmiddellijke) verbruiker wordt.

X heeft cassatieberoep ingesteld.

Zij voert in cassatie in middel 1 terecht aan dat het Hof buiten de grenzen van de rechtsstrijd is getreden door eigener beweging een andere uitleg te geven aan in de vso’s gemaakte afspraken dan die partijen vanaf het maken ervan aan die afspraken hebben gegeven. De stukken van het geding laten geen andere conclusie toe dan dat het geschil tussen partijen in eerste aanleg en in hoger beroep mede de vraag betrof of in geval van een no show een belastbare prestatie voor de omzetbelasting wordt verricht.

Middel 1 kan echter niet tot cassatie leiden, oordeelt de Hoge Raad. Het oordeel dat ook los van de vso op het tijdstip van de verstrekking van de bon aan de winnaar een belastbare prestatie wordt verricht, is juist.

Het Hof heeft op goede gronden beslist dat de Inspecteur het verzoek om teruggaaf terecht heeft afgewezen.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
HR
Datum instantie
28 februari 2025
Rolnummer
22/01959
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:335
Auteur(s)
prof. mr. dr. M.M.W.D. Merkx
Erasmus Universiteit / BDO
NLF-nummer
NLF 2025/0533
Aflevering
11 maart 2025
Judoregnummer
JCDI:NFB6835
bwbr0002629&artikel=2,bwbr0002629&artikel=2,bwbr0002629&artikel=2a,bwbr0002629&artikel=2a,bwbr0002629&artikel=4&lid=4,bwbr0002629&artikel=4&lid=4,bwbr0002629&artikel=28zh&lid=1,bwbr0002629&artikel=28zh&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina