Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Rechtbank Noord-Nederland heeft de onderhavige BPM-zaak wegens schending van de hoorplicht teruggewezen naar de Inspecteur om opnieuw op het bezwaar te beslissen.

Ter zitting van Hof Arnhem-Leeuwarden heeft de gemachtigde bevestigd dat in hoger beroep niet is opgekomen tegen de beslissing van de Rechtbank tot terugwijzing.

In hoger beroep behoeven uitsluitend de volgende formele grieven behandeling: (i) de nationale rechters – waaronder dit Hof en de Hoge Raad – mogen het Unierecht niet uitleggen, uitsluitend het HvJ is daartoe bevoegd; (ii) de regeling van het Bpb, waarbij de proceskostenvergoeding in beginsel een forfaitair karakter heeft, is in strijd met het Unierechtelijke beginsel van een effectieve en doeltreffende rechtsbescherming en (iii) het (vooraf) heffen van griffierecht is in strijd met het Unierechtelijke beginsel van een effectieve en doeltreffende rechtsbescherming.

Het Hof verwerpt de drie stellingen en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2018-2019
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
3 september 2024
Rolnummer
22/2194; 22/2195; 22/2196; 22/2197; 22/2198; 22/2199
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:5584
NLF-nummer
NLF 2024/2142
Aflevering
24 september 2024

Naar de bovenkant van de pagina