Direct naar content gaan

Samenvatting

Dit standpunt is op 26 november 2024 ingetrokken. Over een aantal aspecten is namelijk nadere gedachtevorming door de Kennisgroep aanmerkelijk belang en de Kennisgroep successiewet nodig. Onduidelijk is bijvoorbeeld of toekomstige aandelen bij de erflater of schenker behoorden tot een aanmerkelijk belang.

Casus

X houdt al vele jaren de aandelen in X bv, die alle aandelen in Y bv houdt. Y bv drijft een onderneming. X bv zal worden gesplitst, het betreft een juridische splitsing als bedoeld in artikel 3.56 Wet IB 2001. Hierbij zullen de aandelen in Y bv worden afgesplitst naar een op te richten vennootschap (Q bv). Voorafgaand aan de splitsing worden de aandelen van de bij splitsing op te richten vennootschap (Q bv) obligatoir geschonken. De betreffende splitsing vindt twee maanden na de schenking plaats. Op dezelfde dag worden de aandelen van Q bv via een notariële akte aan de begiftigde geleverd. 

Vraag

Kan de bedrijfsopvolgingsregeling in de SW 1956 (hierna: BOR) van toepassing zijn op aandelen die ontstaan bij een juridische splitsing als bedoeld in artikel 3.56 Wet IB 2001, als deze splitsing na de schenking plaatsvindt?

Antwoord

Ja, mits ten tijde van de schenking duidelijk is dat en hoe de splitsing zal plaatsvinden.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
26 november 2024 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
26 november 2024
Rolnummer
KG:063:2024:10
NLF-nummer
NLF 2024/2703
Aflevering
3 december 2024
bwbr0002226&artikel=35b,bwbr0002226&artikel=35b,bwbr0011353&artikel=3.56,bwbr0011353&artikel=3.56

Naar de bovenkant van de pagina