Direct naar content gaan

Samenvatting

Deze conclusie van A-G Wattel handelt over het toetsingskader bij het terugkomen van in rechte onaantastbaar geworden boetebesluiten. In de conclusie wordt gesteld dat het in beginsel evident onredelijk is om heroverweging van een boetebesluit te weigeren als die boete onmiskenbaar onjuist is in de zin dat bij oppervlakkige inhoudelijke beoordeling al duidelijk is dat de boete elke redelijke (rechts)grond mist of tot een evident te hoog bedrag is opgelegd. In de conclusie wordt uitgelegd in welke situaties daarvan sprake kan zijn. Een onmiskenbaar onjuiste boeteoplegging moet in beginsel ongedaan worden gemaakt, ongeacht of de boete al is betaald.

Het betreft in casu een zaak waarin het UWV een boete niet wilde herzien die was opgelegd aan een WAO-gerechtigde.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
1 februari 2010 t/m 31 mei 2018
Instantie
A-G
Datum instantie
6 december 2022
Rolnummer
20/3253, TW
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2022:2623
Auteur(s)
mr. M.F. Kossen
FT-advocaten / Radboud Universiteit Nijmegen
NLF-nummer
NLF 2023/0008
Aflevering
5 januari 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5419
bwbr0005537&artikel=4:6,bwbr0005537&artikel=4:6,bwbv0001000&artikel=6,bwbv0001000&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina