Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De activiteiten van X (belanghebbende) bestaan uit op- en overslag en transport van goederen over de weg. X huurde een pand. De huurovereenkomst is ondertekend door haar directeur/enig aandeelhouder. Op 9 oktober 2020 heeft er een doorzoeking ter inbeslagneming plaatsgevonden in het pand. Daarbij zijn grote hoeveelheden sigaretten aangetroffen. Voor de aangetroffen sigaretten is geen accijns afgedragen. De Inspecteur heeft aan X daarom een naheffingsaanslag accijns opgelegd van € 2.696.630.

X heeft beroep ingesteld, maar Rechtbank Gelderland verklaart dat ongegrond.

De Inspecteur heeft aannemelijk gemaakt dat X betrokken is geweest bij het voorhanden hebben van de onveraccijnsde sigaretten. Zij heeft als huurder van de loods in ieder geval faciliteiten verleend, te weten opslag van de sigaretten, aan een zekere B waardoor het voorhanden hebben van de sigaretten mogelijk werd gemaakt. Dat X aanvankelijk niet op de hoogte was dat zij onveraccijnsde sigaretten opsloeg, maakt het oordeel niet anders. De Rechtbank ziet geen grond voor het oordeel dat X geen enkel verwijt te maken valt. X heeft op geen enkele manier proberen te waarborgen dat zij geen illegale praktijken faciliteerde.

Metadata

Rubriek(en)
Accijnzen
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
3 maart 2023
Rolnummer
22/3369
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2023:974
NLF-nummer
NLF 2023/0797
Aflevering
6 april 2023
bwbr0005251&artikel=2&lid=1,bwbr0005251&artikel=2&lid=1,bwbr0005251&artikel=51,bwbr0005251&artikel=51

Naar de bovenkant van de pagina