Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) stelt zich in deze procedure op het standpunt dat ten onrechte een naheffingsaanslag parkeerbelasting is opgelegd omdat geen sprake was van parkeren.

Nadat X en haar echtgenoot (hierna: Y) de auto hadden stilgezet op het betreffende parkeervak in Tilburg is Y uitgestapt om aan te bellen bij het adres waarvan zij dachten dat ze daar moesten zijn. In de tussentijd heeft X zich beziggehouden met het activeren van een parkeerapp waarmee parkeerbelasting kan worden voldaan. Y kwam er na het aanbellen achter dat ze bij het verkeerde adres stonden en is teruggelopen naar de auto. X had op dat moment de parkeerapp nog niet geactiveerd. Omdat ze bij het verkeerde adres stonden, zijn zij vervolgens weggereden zonder parkeerbelasting te voldoen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geen aanleiding om aan dit betoog te twijfelen. Op de foto’s die door Heffingsambtenaar zijn overgelegd is bovendien te zien dat er een persoon naast de auto staat die bezig is met handelingen op een telefoon. Naar het oordeel van de Rechtbank is het goed mogelijk dat dit X is die bezig is met het activeren van de parkeerapp.

De Rechtbank oordeelt dat X de tijd na het wegzetten van de auto, zonder onderbreking heeft besteed aan het voldoen aan haar verplichting om parkeerbelasting te betalen. Dat zij tijdens deze uitvoeringshandelingen constateerde dat zij en haar echtgenoot in de verkeerde straat stonden en dat ze vervolgens zijn weggereden, verandert het voorgaande oordeel niet. De Rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag ten onrechte is opgelegd.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
22 augustus 2022
Rolnummer
21/3109
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:4876
NLF-nummer
NLF 2022/1787
Aflevering
15 september 2022
bwbr0005416&artikel=225,bwbr0005416&artikel=225

Naar de bovenkant van de pagina