Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(5)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent(3)

Samenvatting

Het bezwaar van X (belanghebbende) in deze WOZ-zaak is gegrond verklaard.

X heeft (naast een reguliere kostenvergoeding voor rechtsbijstand) verzocht om een kostenvergoeding voor een woonwaarderapport ten bedrage van € 128,26 (twee uur à € 53, vermeerderd met btw). De Heffingsambtenaar heeft geen kostenvergoeding toegekend voor het ingebrachte woningwaarderapport.

Rechtbank Den Haag gaat ervan uit dat de taxateur die het rapport heeft opgesteld een deskundige is in de zin van artikel 7:15, lid 4, Awb in samenhang met artikel 1, aanhef en onderdeel b, Bpb.

De Rechtbank kan niet vaststellen hoeveel tijd de taxateur daadwerkelijk aan het woningwaarderapport heeft besteed. Mede gelet op hetgeen de Heffingsambtenaar heeft verklaard over de geautomatiseerde totstandkoming van het woningwaarderapport en de in het rapport gebruikte data, acht de Rechtbank een tijdsbesteding van tien minuten redelijk. Zij stelt de vergoeding voor de kosten van het woningwaarderapport vast op (afgerond) € 10,69 (1/6 uur × € 53 te vermeerderen met 21% btw).

Voor een indexering van het tarief van € 53 uit de Richtlijn van de belastingkamers van de gerechtshoven inzake vergoeding van proceskosten bij WOZ-taxaties, is volgens de Rechtbank geen aanleiding. Aanpassing van het beleid in de richtlijn is aan de belastingkamers van de gerechtshoven.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
19 december 2023
Rolnummer
22/7150
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2023:21602
NLF-nummer
NLF 2024/0302
Aflevering
30 januari 2024
bwbr0005537&artikel=7:15&lid=4,bwbr0005537&artikel=7:15&lid=4,bwbr0006358&artikel=1,bwbr0006358&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina