Direct naar content gaan

Samenvatting

X (nv; belanghebbende) is een regionale ontwikkelingsmaatschappij en heeft als doel het stimuleren van de economische bedrijvigheid in Noord-Nederland. X is sinds 1 januari 2016 belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting vanwege de inwerkingtreding van de Wet modernisering vpb-plicht overheidsondernemingen.

X bezat op 1 januari 2016 45,9% van de aandelen in A (bv) en 45% van de aandelen in B (bv). De historische kostprijs van de aandelen bedroeg resp. € 5.119.888 en € 350.000. In 2016 zijn de bv’s formeel geliquideerd en vereffend. Er hebben geen liquidatie-uitkeringen plaatsgevonden en de activiteiten zijn niet door X of een met haar verbonden partij voortgezet.

X heeft in de aangifte vpb 2016 een belastbare winst van negatief € 4.680.959 aangegeven. In de aangifte zijn twee liquidatieverliezen (betreffende A en B) in de zin van artikel 13d Wet VpB 1969 opgenomen van in totaal € 5.469.888. De Inspecteur heeft het verlies gecorrigeerd en heeft het verlies op nihil vastgesteld. X heeft beroep ingesteld en Rechtbank Noord-Nederland verklaart dat gegrond.

De Rechtbank ziet geen aanknopingspunten voor een afwijking van de (letterlijke) wettekst inzake de liquidatieverliesregeling zoals die door de Inspecteur wordt voorgestaan.

De Rechtbank vermindert de aanslag vpb 2016 tot nihil en stelt het verlies voor 2016 vast op € 4.680.959.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
3 juni 2021
Rolnummer
19/4145
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2021:2217
Auteur(s)
drs. G.J.W. de Ruiter
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2021/1190
Aflevering
17 juni 2021
Judoreg
NFB4382
bwbr0002672&artikel=13d,bwbr0002672&artikel=13d

Naar de bovenkant van de pagina