Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft op 6 maart 2018 BPM-aangifte gedaan voor een bedrag van € 1.789 ter zake van een uit België afkomstige auto, met als datum van eerste toelating 31 oktober 2017.

X heeft bezwaar gemaakt tegen de op aangifte voldane BPM en vervolgens beroep (ongegrond) en hoger beroep ingesteld.

X stelt bij Hof Den Bosch onder meer dat Nederlandse kentekengegevens zaakstukken zijn, zodat op de Inspecteur de verplichting rust die stukken reeds in de bezwaarprocedure over te leggen.

Aangezien de Inspecteur de kentekengegevens – informatie ter zake van de registratiedatum – ter zitting van het Hof alsnog heeft ingebracht is van schending van artikel 8:42 Awb in hoger beroep in zoverre geen sprake meer.

Nederlandse kentekengegevens behoren tot de zaakstukken. Het Hof verbindt geen consequenties aan het niet overleggen door de Inspecteur van deze gegevens, omdat X in de aangiften heeft aangegeven de beoogde kentekenhouder te zijn. Gelet op deze omstandigheid mag verondersteld worden dat X over de kentekengegevens kan beschikken.

Het buitenlandse kentekenbewijs en het Certificate of Conformity zijn gegevens die de RDW vraagt voor de aanvraag van een Nederlands kenteken. Deze gegevens behoren in beginsel niet tot de zaakstukken, behoudens het geval dat die gegevens door de Inspecteur zijn opgeslagen, bewerkt of verwerkt. Het Hof hecht geloof aan de ter zitting door de Inspecteur afgelegde verklaring, inhoudende dat deze gegevens de Belastingdienst niet ter beschikking staan of hebben gestaan.

Het Hof behandelt alle (formele) stellingen en verklaart het hoger beroep ongegrond. Voor een teruggave van BPM bestaat geen aanleiding.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
2 november 2022
Rolnummer
21/00607
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:3807
NLF-nummer
NLF 2023/0281
Aflevering
2 februari 2023
bwbr0005537&artikel=8:42,bwbr0005537&artikel=8:42

Naar de bovenkant van de pagina