Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze WOZ-zaak is de redelijke termijn overschreden, maar heeft Rechtbank Den Haag aan X (belanghebbende) geen immateriële schadevergoeding toegekend omdat hem geen persoonlijke compensatie toekwam, aangezien hij de vordering tot schadevergoeding bij voorbaat had gecedeerd aan zijn gemachtigde.

Volgens Hof Den Haag is dit oordeel onjuist.

Het toekennen van een immateriële schadevergoeding wordt niet belemmerd door een dergelijke cessie. Het feit dat vooraf wordt besloten de eventuele schadevergoeding aan een gemachtigde over te dragen, betekent niet dat hij geen spanning en frustratie kan ervaren door de lange duur van de procedure (HR 31 mei 2024, 23/03227, ECLI:NL:HR:2024:775, NLF 2024/1355, met noot van Hendriks).

Het Hof oordeelt dat de redelijke termijn weliswaar is overschreden, maar dat X niettemin geen recht heeft op een immateriële schadevergoeding. De overschrijding is namelijk veroorzaakt door vertragingen die zijn toe te schrijven aan de gemachtigde van X.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
9 januari 2025
Rolnummer
24/375
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2025:109
NLF-nummer
NLF 2025/0557
Aflevering
11 maart 2025
bwbv0001000&artikel=6,bwbv0001000&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina