Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Deze zaak draait om de uitleg van het begrip 'loon' in artikel 32bb Wet LB 1964, dat de pseudo-eindheffing op excessieve vertrekvergoedingen regelt. In het bijzonder gaat het om de vraag of vrijgestelde WKR-bestanddelen (bestanddelen onder de werkkostenregeling, WKR) onder het art. 32bb-loonbegrip vallen.

Artikel 32bb Wet LB 1964 werd in 2009 geïntroduceerd en sluit qua loonbegrip aan bij het algemene loonbegrip in artikel 10 Wet LB 1964. In 2011 wijzigde het loonbegrip in de Wet LB 1964 door de invoering van de WKR. Deze wijziging omvatte een ruimere formulering van artikel 10 Wet LB 1964 en het vervallen van de uitzondering voor vrije vergoedingen en verstrekkingen in artikel 11 Wet LB 1964. De WKR introduceerde in plaats daarvan gerichte vrijstellingen en een vrije ruimte voor vergoedingen en verstrekkingen, waarover geen loonbelasting wordt geheven.

De kernvraag in deze zaak is of vrijgestelde WKR-bestanddelen – zoals gericht vrijgestelde vergoedingen en vergoedingen binnen de vrije ruimte – deel uitmaken van het art. 32bb-loonbegrip.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelde X (bv, belanghebbende) in het gelijk en heeft geoordeeld dat gericht vrijgestelde vergoedingen niet tot het artikel 32bb-loonbegrip behoren.

Hof Den Bosch heeft het geschil iets breder geformuleerd dan de Rechtbank en heeft geoordeeld dat ook WKR-bestanddelen binnen de vrije ruimte geen deel uitmaken van het artikel 32bb-loonbegrip. Beide instanties baseerden zich op een wetshistorische en wetssystematische interpretatie, die zij zwaarder lieten wegen dan een grammaticale uitleg.

In cassatie verdedigt de staatssecretaris in de kern de rechtsopvatting dat ook na de invoering van de WKR het Wet LB-loonbegrip onverkort leidend is voor het artikel 32bb-loonbegrip. Dit betekent dat onder het artikel 32bb-loonbegrip ook loonbestanddelen vallen die zijn aangewezen als WKR-bestanddelen en onder de WKR zijn vrijgesteld.

A-G Pauwels geeft de Hoge Raad in overweging om het cassatieberoep van de staatssecretaris gegrond te verklaren en de de uitspraken van het Hof en de Rechtbank te vernietigen

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2018
Instantie
A-G
Datum instantie
20 december 2024
Rolnummer
24/01203
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:1422
NLF-nummer
NLF NLF
file does not exist

Naar de bovenkant van de pagina