Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De gemachtigde van X (bv; belanghebbende) heeft in deze BPM-zaak in hoger beroep een motivering ingediend die vol staat met beledigingen aan het adres van Nederland, de Hoge Raad, rechters en de rechtspraak in het algemeen. Hof Den Haag heeft de gemachtigde verzocht een gekuiste versie te overleggen. Dit heeft de gemachtigde niet gedaan.

Het Hof kan het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaren als de motivering ontbreekt, zoals de Inspecteur heeft verzocht. Het Hof maakt in deze zaak niet van deze mogelijkheid gebruik. Dit betekent niet dat geen gevolgen worden verbonden aan toekomstige weigeringen van deze gemachtigde om stukken met onbetamelijke taal te kuisen. Het Hof vertrouwt erop dat de gemachtigde niet in zijn oude gewoonte vervalt, en dit gebaar van het Hof als aanmoediging beschouwt om goed gedrag voort te zetten.

Het Hof verwerpt alle veelal formele stellingen en verwijst voor de meeste aspecten rond de heffing van BPM naar de uitspraak van Rechtbank Den Haag. De uitspraak van de Rechtbank wordt bevestigd.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
niet bekend
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
16 januari 2025
Rolnummer
23/511
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2025:78
NLF-nummer
NLF 2025/0404
Aflevering
18 februari 2025

Naar de bovenkant van de pagina