Samenvatting
Met ingang van 31 december 2023 is de Wet MB 2024, een afzonderlijke heffingswet die een belasting tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor multinationale groepen en binnenlandse groepen introduceert, in werking getreden. Deze minimumbelasting bewerkstelligt dat multinationale en binnenlandse groepen met een omzet van € 750 miljoen of meer ten minste effectief 15% aan belasting over hun winst betalen. De wet strekt tot implementatie van de Richtlijn minimumniveau van belastingheffing (Richtlijn 2022/2523). Deze richtlijn is gebaseerd op de OESO-modelregels zoals aangenomen door het Inclusive Framework (IF) op 14 december 2021 en komt daarmee in hoofdzaak overeen. Na publicatie van deze modelregels zijn in februari 2023, juli 2023, december 2023 en juni 2024 administratieve richtsnoeren gepubliceerd.
De OESO-regels over de minimumbelasting, in de vorm van de OESO-modelregels, het OESO-commentaar of de nadere regelgeving in de vorm van administratieve richtsnoeren, werken niet direct door in de Nederlandse rechtsorde. Het IF noch de OESO kunnen bindende wetgeving vaststellen. Om de consistente toepassing van de OESO-modelregels over de minimumbelasting te bevorderen en om discrepanties met de toepassing van de regels ten aanzien van andere staten te voorkomen, acht het kabinet het van belang om de administratieve richtsnoeren – indien nodig – ook in de Nederlandse (lagere) regelgeving op te nemen.
In het onderhavige Uitvoeringsbesluit minimumbelasting 2024 (Stb. 2024, 442) worden verschillende onderdelen uit de administratieve richtsnoeren van februari 2023, juli 2023, december 2023 en juni 2024 opgenomen. Dit gebeurt op grond van verschillende delegatiebepalingen die al opgenomen zijn in de wet.
De artikelen van dit besluit werken terug tot en met 31 december 2023.