Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In dit besluit (Stcrt. 2024, 38545) is het besluit van 28 april 2021, 2021-9403 (Stcrt. 2021, 22627) over de btw-behandeling van werkzaamheden van toezichthouders en van leden van diverse commissies opgenomen. Daarbij zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht, en wijzingen die verband houden met de invoering van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen. Verder geeft dit besluit beleidsregels over de fiscale eenheid, zoals genoemd in artikel 7, lid 4, Wet OB 1968, en over de belastingplicht van holdings, waarmee de Holdingresolutie komt te vervallen.

De volgende besluiten zijn ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit:

−  het besluit van 28 april 2021, 2021-9403 ( Stcrt. 2021, 22627 ), inzake de btw-heffing bij werkzaamheden van toezichthouders en van leden van diverse commissies;

−  het besluit van 18 februari 1991, VB91/347, inzake heffing van omzetbelasting met betrekking tot zgn. houdstermaatschappijen en het houden van aandelen in het algemeen (de Holdingresolutie).

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2025.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1 januari 2025 e.v.
Instantie
MvF
Datum instantie
4 december 2024
Rolnummer
2024-13987
NLF-nummer
NLF NLF
bwbr0002629&artikel=7

Naar de bovenkant van de pagina