Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) is ambtshalve een aanslag IB/PVV 2015 opgelegd. X heeft zeven weken na afloop van de vijfjaarstermijn een verzoek om ambtshalve vermindering ingediend.

In geschil is of sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.

X heeft onder meer aangevoerd dat hij als gevolg van een gedwongen ontslagprocedure en een vechtscheiding gedurende de gehele vijfjaarstermijn in een zeer slechte mentale gezondheidstoestand verkeerde. Als gevolg van deze problemen heeft hij zijn administratie jarenlang niet bijgehouden. Ook leed hij aan een zware coronabesmetting, waarvan het herstel maanden heeft geduurd.

Hof Den Bosch oordeelt dat de Inspecteur het verzoek om ambtshalve vermindering ten onrechte heeft afgewezen op de grond dat het verzoek te laat is ingediend. Gelet op de persoonlijke omstandigheden van X is slechts sprake van een geringe verwijtbaarheid ten aanzien van de te late indiening van het verzoek. X kan onder de gegeven omstandigheden ook niet worden tegengeworpen dat hij tijdig iemand anders had kunnen verzoeken hem bij het doen van het verzoek bij te staan of te vertegenwoordigen. Het Hof wijst de zaak terug naar de Inspecteur voor inhoudelijke behandeling van het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
2 oktober 2024
Rolnummer
22/2366
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:3074
NLF-nummer
NLF 2025/0405
Aflevering
18 februari 2025
bwbr0005537&artikel=6:11,bwbr0005537&artikel=6:11

Naar de bovenkant van de pagina