Direct naar content gaan

Samenvatting

Een bouwbedrijf is op grond van de koop-/aannemingsovereenkomst gehouden om woningen en appartementen binnen driehonderd werkbare dagen na het gereedkomen van de ruwe beganegrondvloer op te leveren. Bij een te late oplevering is het bouwbedrijf de opdrachtgever een schadevergoeding verschuldigd.
Het Hof heeft geoordeeld dat een rechtstreeks verband bestaat tussen de betaling van de wegens te late oplevering uitgekeerde bedragen en de prestaties die het bouwbedrijf op grond van de koop-/aannemingsovereenkomsten jegens de desbetreffende opdrachtgevers heeft verricht. Dit leidt er volgens het Hof toe dat de uitgekeerde geldbedragen zijn aan te merken als een vermindering van de vergoeding als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Wet op de omzetbelasting (Wet OB).
De Hoge Raad acht dit oordeel juist en verklaart het cassatieberoep van de staatssecretaris ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2004
Instantie
HR
Datum instantie
15 januari 2010
Rolnummer
08.01868
ECLI
ECLI:NL:HR:2010:BK9197
ECLI:NL:PHR:2010:BK9197
bwbr0002629&artikel=29&lid=1,bwbr0002629&artikel=29&lid=1,bwbr0002633&artikel=3

Naar de bovenkant van de pagina