Samenvatting
VTL Vámügynökség Kft. heeft 3.490 kg aan kunststof portemonnees uit China in Hongarije ingevoerd. De Hongaarse douaneautoriteit heeft de portemonnees toegelaten tot het vrije verkeer, waarbij geen documenten zijn gecheckt. Na een controle (na vrijgave) heeft de douaneautoriteit VTL verzocht om de nodige documenten voor het vaststellen van de douanewaarde. Omdat VTL niet volledig gevolg heeft gegeven aan het verzoek, kon niet worden vastgesteld of de aangegeven transactiewaarde van de goederen reëel was. De douaneautoriteit heeft toen de douanewaarde vastgesteld op grond van soortgelijke producten in de douanedatabase, wat op grond van artikel 140 Uitvoeringsverordening 2015/2447 mogelijk is. VTL heeft tegen het besluit bezwaar aangetekend, en heeft vervolgens beroep ingesteld.
Bijzonder in het onderhavige geschil is dat het gaat om de douanerechtelijke aspecten van uit China afkomstige bulkgoederen zonder unieke of specifieke kenmerken, te weten kunststof portemonnees, waarover het HvJ zich in eerdere arresten nog niet heeft uitgesproken. De Fővárosi Törvényszék (Hongarije) heeft negen prejudiciële vragen gesteld over de toepasselijkheid van verschillende Unierechtelijke douaneregelingen in deze situatie.