Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In opdracht van het ministerie van Financiën heeft Deloitte onderzoek gedaan naar actualisatie van rekenforfaits in de belastingen die zijn gebaseerd op de levensverwachting en rente (hierna: de forfaits). Dit onderzoek is toegezegd in de fiscale moties- en toezeggingenbrief van 23 april 2021 in reactie op een rapport van de Algemene Rekenkamer uit 2019 over de toepassing van forfaits in het belastingstelsel. Het rapport is op 5 februari 2025 aan de Tweede Kamer aangeboden.

In de begeleidende Kamerbrief kondigt de staatssecretaris aan om conform de aanbevelingen van de onderzoekers alleen de forfaits in de schenk- en erfbelasting te actualiseren. Daarbij spelen nog verschillende te maken keuzes. Daarom worden de komende maanden de voorstellen in het eindrapport geanalyseerd en afgewogen tegen uitvoerbaarheid van de aanpassingen/actualisering, het handelingsperspectief van de burger en de budgettaire aspecten. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer daarover in het derde kwartaal van 2025 nader informeren.

Verder kondigt de staatssecretaris aan de forfaits in de overdrachtsbelasting, de btw en box 3 van de inkomstenbelasting niet te actualiseren. Als de Wet werkelijk rendement box 3 wordt ingevoerd, komen de (meeste) forfaits in box 3 namelijk te vervallen. Voor de overdrachtsbelasting en omzetbelasting geldt dat een uniforme aanpassing van de forfaits niet in elke situatie leidt tot een betere aansluiting bij de waarde in het economische verkeer dan de huidige forfaits.

Het actualiseren van de forfaits conform de voorkeursvariant van de onderzoekers zou leiden tot significante wijzigingen in de verschuldigde schenk- en erfbelasting op microniveau, zowel in positieve als negatieve richting. Naar inschatting van de onderzoekers leidt hun voorkeursvariant per saldo tot een structurele opbrengst van € 190 miljoen, die voornamelijk bij de hogere vermogens wordt behaald.

Bij deze opbrengst dienen twee kanttekeningen te worden geplaatst. Allereerst hebben de onderzoekers bij het opstellen van het budgettaire effect geen gedragseffecten verwerkt. De opbrengst is dan ook een bovengrens. Ten tweede is sprake van een lang ingroeipad. In de eerste jaren na actualisatie treedt juist een budgettaire derving op. Verder zijn de budgettaire gevolgen van actualisatie lastenrelevant.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2025 e.v.
Instantie
MvF
Datum instantie
5 februari 2025
Rolnummer
2025-0000017197
NLF-nummer
NLF 2025/0347
Aflevering
11 februari 2025

Naar de bovenkant van de pagina