Direct naar content gaan

Samenvatting

In verband met een geconstateerde grondvervuiling droeg een BV haar pensioen- en lijfrenteverplichtingen aan haar dga en zijn echtgenote over aan een BV waarvan hun zoon de aandeelhouder was. De verplichtingen gingen over tegen de balanswaarde bij de overdragende BV. De inspecteur belastte een onttrekking bij de overdragende BV van fl. 108.326. De pensioenverplichtingen hadden volgens hem namelijk slechts een actuariële waarde van fl. 414.702 en niet van fl. 523.028, de balanswaarde waarvoor de verplichtingen werden overgenomen. Hij vond het Hof aan zijn zijde. Aan de hand van de conclusie van A-G Groeneveld oordeelt de Hoge Raad dat indien bij de overdracht van een pensioen- of lijfrenteverplichting sprake is van een onttrekking voor de omvang van die onttrekking de ten laste van de vennootschap gekomen koopsom moet worden vergeleken met een koopsom die tussen zakelijk handelende partijen zoals bij de overdracht aan een verzekeringsmaatschappij zou zijn overeengekomen. In feite moet met een winstopslag rekening worden gehouden.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Instantie
HR
Datum instantie
24 oktober 2003
Rolnummer
37.856
ECLI
ECLI:NL:HR:2003:AI0411
ECLI:NL:PHR:2003:AI0411
bwbr0002672&artikel=7&lid=1,bwbr0002672&artikel=10&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina