Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft de Nederlandse nationaliteit en stond in 2016 ingeschreven op een Nederlands adres in de BRP. Hij was van 2007 tot en met 2018 gehuwd met A, die de Franse nationaliteit heeft. X en A hebben samen twee kinderen. In 2014 is A met de kinderen geëmigreerd naar Frankrijk. De kinderen stonden samen met A in 2016 in de Franse basisregistratie personen ingeschreven. Beide kinderen waren op 1 januari 2016 jonger dan 12 jaar.

X verbleef in 2016 van donderdagavond tot en met zondagavond/maandagochtend en tijdens de vakanties bij zijn gezin in Frankrijk, maar stond in de Franse basisregistratie personen niet op dit adres ingeschreven.

X heeft in de aangifte IB/PVV 2016 toepassing van de inkomensafhankelijke combinatiekorting (hierna: de iack) geclaimd. De Inspecteur heeft de gevraagde iack niet verleend.

Hof Arnhem-Leeuwarden is anders dan X van oordeel dat niet aan de vereisten van artikel 44b Uitv.reg. IB 2001 en daarmee aan die van artikel 8.14a, lid 1, onderdeel b, Wet IB 2001 is voldaan. Het beroep van X op gewekt vertrouwen slaagt niet. Voorts kan volgens het Hof niet worden geoordeeld dat het niet toekennen van de iack aan X in strijd komt met één van de EU-rechtelijke vrijheden. Evenmin is het rechtszekerheidsbeginsel geschonden. Het hoger beroep is ongegrond.

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO (20/04369)

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
17 november 2020
Rolnummer
20/00083
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:9562
NLF-nummer
NLF 2020/2628
Aflevering
3 december 2020
bwbr0011353&artikel=8.14a,bwbr0011353&artikel=8.14a,bwbr0012031&artikel=44b,bwbr0012031&artikel=44b

Naar de bovenkant van de pagina