Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft in de loop van 2016 een woning gekocht. Volgens het koopcontract komt de onroerendezaakbelasting over dat jaar naar rato van tijd voor rekening van X. Hij heeft de Heffingsambtenaar om een beschikking ex artikel 28 Wet WOZ (medebelanghebbende) verzocht. De Heffingsambtenaar heeft wel een beschikking ex artikel 26 Wet WOZ (wijziging gerechtigde) afgegeven, maar heeft geweigerd om X een beschikking ex artikel 28 Wet WOZ te geven.

Rechtbank Limburg heeft de Heffingsambtenaar in het gelijk gesteld, onder meer omdat X slechts een afgeleid belang heeft bij een beschikking ingevolge artikel 28 Wet WOZ.

Hof Den Bosch oordeelt echter dat aan de voorwaarden van artikel 28 Wet WOZ is voldaan, zodat de Heffingsambtenaar X alsnog een beschikking ex artikel 28 Wet WOZ moet geven. Het belang dat X ingevolge het koopcontract heeft bij tijdsevenredige vermindering van de heffing van onroerendezaakbelasting, volstaat in dit verband.

Het hoger beroep van X wordt gegrond verklaard.

Medebelanghebbendebeschikking

Op grond van artikel 28 Wet WOZ kan een medebelanghebbende, die geen ‘eigen’ WOZ-beschikking heeft ontvangen, een WOZ-beschikking aanvragen. Een beschikking op naam is nodig om er rechtsmiddelen tegen aan te kunnen wenden, vanwege het gesloten stelsel van fiscale rechtsbescherming. Het wetsvoorstel dat hierin verandering zou brengen, in de zin dat voor de Wet WOZ het open stelsel van de Awb zou gaan gelden, ligt na de internetconsultatie (www.internetconsultatie.nl/rechtsbeschermingwoz) stil.

Wijziging wettekst

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
8 januari 2020
Rolnummer
19/00175
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:67
Auteur(s)
Anneke Monsma
Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2020/0230
Aflevering
23 januari 2020
Judoreg
NFB3011
bwbr0007119&artikel=26,bwbr0007119&artikel=26,bwbr0007119&artikel=28,bwbr0007119&artikel=28

Naar de bovenkant van de pagina