Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze strafzaak is een verdachte door Rechtbank Oost-Brabant inzake het meermalen opzettelijk doen van een onjuiste belastingaangifte (omzetbelasting) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.

De verdachte heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld bij Hof Den Bosch, maar dat had hij beter niet kunnen doen.

Gelet op de ernst van het feit, de aard en omvang van de fraude en de strafindicatie in de LOVS-oriƫntatiepunten (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht) komt het Hof tot de oplegging van een hogere straf. Omdat de redelijke termijn in de fase van eerste aanleg is overschreden, wordt deze overschrijding verdisconteerd in de straftoemeting. Aan de verdachte wordt een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van tien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.

Metadata

Rubriek(en)
Strafrecht
Belastingtijdvak
onbekend
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
21 juni 2022
Rolnummer
20-001607-21
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:1944
NLF-nummer
NLF 2022/1275
Aflevering
30 juni 2022
bwbr0002320&artikel=69,bwbr0002320&artikel=69

Naar de bovenkant van de pagina