Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) is eigenaar van een etage-portiekflat met schuur (hierna: de woning). De WOZ-waarde van de woning is per waardepeildatum 1 januari 2019 voor het kalenderjaar 2020 vastgesteld op € 175.000.

X heeft de woning op 25 januari 2019 gekocht voor € 145.000. X heeft op het inlichtingenformulier vermeld dat ten tijde van de aankoop het onderhoud binnen en buiten in gemiddelde staat verkeerde. Op het inlichtingenformulier heeft hij voorts aangegeven dat na aankoop een nieuwe keuken en een nieuwe badkamer zijn geplaatst voor in totaal € 30.000.

X bepleit in deze procedure een WOZ-waarde per waardepeildatum van € 160.000.

Niet in geschil is dat in de koopsom een VvE-reserve is begrepen van € 2.584,32. Deze dient in mindering te worden gebracht op de koopsom. Hof Den Haag gaat ervan uit dat de waarde in het economische verkeer van de woning per waardepeildatum € 142.415,68 is, zonder de investeringen. De vraag is dus of de investeringen tot een waarde op de toestandsdatum 1 januari 2020 hebben geleid van € 175.000, beoordeeld naar het waardepeil op 1 januari 2019. De stijging in de woningmarkt in Den Haag in 2019 telt niet mee, net zomin als de prijsstijgingen voor de inkoop van materialen en arbeid in 2019.

Zowel de Heffingsambtenaar als X maken de door hen bepleite waarde niet aannemelijk.

Het Hof stelt de waarde van de woning in goede justitie vast op € 170.000.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
6 juli 2022
Rolnummer
21/01180
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2022:1391
NLF-nummer
NLF 2022/1576
Aflevering
11 augustus 2022
bwbr0007119&artikel=17,bwbr0007119&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina