Direct naar content gaan

Samenvatting

X (Ltd.; belanghebbende) heeft correctieberichten ingediend met betrekking tot de aangiften LB/PVV over de periode 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016.

Naar aanleiding van de correctieberichten is aan X een naheffingsaanslag opgelegd met dagtekening 2 december 2021. Bij beschikking is gelijktijdig een bedrag van € 7.674 aan belastingrente in rekening gebracht. De belastingrente is in rekening gebracht over de te betalen belasting en is conform de wettelijke regels berekend over de periode 1 januari 2017 tot en met 16 december 2021.

Met ingang van 1 oktober 2020 is het belastingrentepercentage op grond van een delegatiebepaling bepaald op de wettelijke rente voor niet-handelstransacties met een minimumpercentage van 4.

X stelt tevergeefs dat de belastingrente, die op basis van het belastingrentepercentage zoals dat voortvloeit uit artikel 30hb AWR in verbinding met artikel 1 Besluit belasting- en invorderingsrente vanaf 1 oktober 2020 in rekening is gebracht, in strijd is met artikel 1 EP, artikel 6 en 7 EVRM, artikel 49, lid 3, Handvest en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Hof Den Haag verklaart het hoger beroep ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
17 september 2024
Rolnummer
23/1127
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:1800
NLF-nummer
NLF 2024/2517
Aflevering
12 november 2024
bwbr0002320&artikel=30h,bwbr0002320&artikel=30h,bwbr0002320&artikel=30hb,bwbr0002320&artikel=30hb,bwbr0043680&artikel=1,bwbr0043680&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina