Kamerbrief over onderzoek lucratiefbelangregeling

Samenvatting

De staatssecretaris heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de resultaten van het onderzoeksrapport over de lucratiefbelangregeling. De lucratiefbelangregeling gaat over het belasten van voordelen die doorgaans niet in verhouding staan tot het geïnvesteerde bedrag of het te lopen risico.

De motie ldsinga c.s.Kamerstukken II 2023/24, 25 087, 33. roept het kabinet op om de huidige lucratiefbelangregeling zo aan te passen dat lucratieve belangen alleen in box 1 zijn belast. Deze motie vraagt ook in kaart te brengen of dit heffingsrecht in box 1 onder belastingverdragen geëffectueerd kan worden en bij twijfel de belastingverdragen aan te passen.

Naar aanleiding van de motie ldsinga c.s. is er een (ambtelijk) onderzoek naar de lucratiefbelangregeling gestart. Uit dit onderzoek blijkt dat de huidige lucratiefbelangregeling belangrijke voordelen kent. Zo zorgt de heffing in box 2 in plaats van box 1 voor zowel de belastingplichtigen met een lucratief belang als voor de Belastingdienst voor duidelijkheid en rechtszekerheid. Daarnaast loopt Nederland met het box 2-tarief over dergelijke voordelen niet uit de pas in vergelijking met omringende landen. Ook is het onzeker of een heffing in box 1 tot meer opbrengsten zal leiden dan nu het geval is vanwege onzekerheid of het heffingsrecht geëffectueerd kan worden onder de van toepassing zijnde belastingverdragen.

Ondanks de positieve kanten van de huidige lucratiefbelangregeling zijn in het (ambtelijk) onderzoek de volgende twee varianten voor een andere vormgeving van de lucratiefbelangregeling nader onderzocht:

1. een heffing in box 1 via de loonbelasting of resultaat uit overige werkzaamheden; en
2. een heffing met een multiplier in box 2 voor lucratief belang.

Beide alternatieven kennen hun eigen uitdagingen. Vanwege een lopende procedure is het onzeker of een gewijzigde lucratiefbelangregeling en daarmee een andere heffing op voordelen uit lucratief belang ook onder de Nederlandse belastingverdragen geëffectueerd kan worden. Verder kan een wijziging van de huidige lucratiefbelangregeling tot forse uitvoeringsgevolgen leiden ten opzichte van de huidige op samenwerking gerichte praktijk. In het rapport worden deze aspecten nader beschreven.

Het rapport sluit af met het advies om op korte termijn geen wijzigingen in de lucratiefbelangregeling aan te brengen, maar voor de eerdergenoemde alternatieven een internetconsultatie te starten om het maatschappelijk debat te voeren. Daarna kan worden bezien of het wenselijk is de huidige lucratiefbelangregeling in de toekomst anders vorm te geven, en zo ja, op welke wijze.