Direct naar content gaan

Samenvatting

Een stichting (hierna: het Ziekenhuis) maakt deel uit van een fiscale eenheid (belanghebbende; hierna X). Het Ziekenhuis levert voornamelijk prestaties die zijn vrijgesteld op grond van artikel 11, lid 1, onderdeel c en g, Wet OB 1968. De niet vrijgestelde prestaties bestaan uit het verstrekken van medicijnen, de verhuur van enkele afgescheiden ruimtes en het verzorgen van declaraties voor zelfstandig werkzame specialisten. Het Ziekenhuis heeft op eigen grond een ziekenhuisgebouw doen bouwen, dat zij in mei 2011 in gebruik heeft genomen. Deze ingebruikneming is gelijkgesteld met een met omzetbelasting belaste levering (hierna: de integratielevering) door het Ziekenhuis.

De Inspecteur stelt dat X bij de berekening van de omzetbelasting die is verschuldigd ter zake van de integratielevering, een te lage vergoeding in aanmerking heeft genomen. Hij heeft daarom een naheffingsaanslag opgelegd.

X heeft in bezwaar aangevoerd dat zij recht heeft op een hoger bedrag aan aftrek dan bij de aangifte in aanmerking is genomen. X betoogt dat zij met toepassing van de pro-ratamethode recht heeft op aftrek van 51% van de ter zake van de integratielevering verschuldigde omzetbelasting.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag verminderd, uitgaande van een pro-ratapercentage van afgerond 47. De Inspecteur heeft dit percentage echter niet toegepast bij de berekening van het voor aftrek in aanmerking komende gedeelte van de omzetbelasting, verschuldigd vanwege de integratielevering.

Rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat de naheffingsaanslag niet verder hoeft te worden verminderd. Volgens Hof Den Haag heeft de Rechtbank op goede gronden een juiste beslissing genomen.

X stelt in cassatie dat het Hof een stelling ten onrechte onbehandeld heeft gelaten.

De Hoge Raad is het met X eens. Het middel neemt terecht tot uitgangspunt dat indien komt vast te staan dat de mate van aftrek ter zake van gemengd gebruikte goederen en diensten wordt bepaald volgens de pro-ratamethode, deze methode moet worden toegepast op het geheel van de door het Ziekenhuis zowel voor belaste als voor vrijgestelde prestaties gebruikte goederen en diensten, dus ook op het ziekenhuisgebouw. Het Hof heeft dit kennelijk miskend. Toepassing van het (door de Inspecteur verder niet ter discussie gestelde) pro-ratapercentage van 47 voor de door het Ziekenhuis gemengd gebruikte goederen en diensten, als geheel genomen, betekent dat X recht heeft op een aftrek van de ter zake van de integratielevering verschuldigde omzetbelasting berekend volgens datzelfde percentage. Het staat immers vast dat het ziekenhuisgebouw door het Ziekenhuis zowel voor vrijgestelde prestaties als voor belaste prestaties wordt gebruikt. Dit leidt tot een zodanig hoge aftrek dat de naheffingsaanslag wordt vernietigd.

In memoriam: de integratieheffing

Uitspraken over de integratieheffing bezorgen mij nostalgie. In de praktijk bleek het immers een uiterst geschikt middel om als btw’er gelijkgestemden te herkennen; zij die dat niet waren ‘(…) hals over kop gevlucht voor al die spookachtige letters’. Belangrijker is dat de integratieheffing een uiterst effectief middel blijft bij gedeeltelijk aftrekgerechtigde partijen om de beslissing om wel/niet extern in te kopen, btw-neutraal te laten verlopen. Bovendien heeft het, met name als de reikwijdte niet beperkt is tot ‘zelfvervaardigde’ goederen, mogelijkheden om constructies te bestrijden.

Werkelijk gebruik via de behaalde omzet

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1 april 2011 t/m 30 juni 2011
Instantie
HR
Datum instantie
30 maart 2018
Rolnummer
16/01497
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:461
Auteur(s)
Gino Sparidis
Meijburg & Co
NLF-nummer
NLF 2018/0851
Aflevering
19 april 2018
Judoreg
NFB1434
bwbr0002629&artikel=3&lid=3,bwbr0002629&artikel=3&lid=3,bwbr0002629&artikel=15,bwbr0002629&artikel=15&lid=6,bwbr0002629&artikel=15&lid=6,bwbr0002629&artikel=15,bwbr0002634&artikel=11&lid=1,bwbr0002634&artikel=11&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina