Samenvatting
Na een controle stelt de Hongaarse belastingdienst dat Klinka-Geo Trans ten onrechte heeft verzocht om teruggaaf van de voldane btw op drie facturen. De teruggaaf is geweigerd en er is vertragingsrente en een fiscale boete opgelegd. De belastingdienst stelt dat de vermelde economische handelingen op de facturen niet hebben plaatsgevonden, of dat ze niet hebben plaatsgevonden tussen de op de factuur vermelde partijen. Klinka-Geo Trans stelt dat de feiten niet naar behoren zijn vastgesteld en dat het in strijd is met het nationale recht en met Unierechtspraak om te stellen dat het aan de belastingplichtige is om alle omstandigheden met betrekking tot het verrichten van diensten te bewijzen.
De verwijzende rechter heeft in het kader van een geding hierover zes prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ. Zij trekt onder meer de conclusie van de nationale rechter in twijfel dat bij de facturen waarvoor niet kan worden aangetoond dat de economische handeling heeft plaatsgevonden, het element betreffende de kennis van verzoekende partij niet hoeft te worden onderzocht. Ook vraagt zij om uitleg over de nationale rechtspraak die afwijkt van de rechtspraak van het HvJ.