Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De Heffingsambtenaar van de gemeente Schouwen-Duiveland heeft aan X (belanghebbende) voor het jaar 2021 een aanslag forensenbelasting opgelegd. In casu is X erfpachter van een gemeubileerde woning in deze gemeente.

Bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt X dat de woning haar hoofdverblijf is en dat daarom geen forensenbelasting kan worden geheven.

De Heffingsambtenaar stelt daar tegenover dat X in 2021 niet permanent in de woning verbleef, omdat de woning regelmatig werd verhuurd en dat bleek uit aangifte toeristenbelasting met 399 overnachtingen. Daarnaast verbleef X voor haar werk als stewardess vaak bij haar echtgenoot in een andere gemeente, waar zij ook haar hond achterliet.

X voert daartegen aan dat zij haar hoofdverblijf in Schouwen-Duiveland had, ondersteund door haar inschrijving in de BRP, lidmaatschappen in de gemeente, energieverbruik passend bij permanente bewoning, en post die zij op dat adres ontving. Ze benadrukt dat ze slechts incidenteel in de andere gemeente verbleef uit praktische overwegingen.

De Rechtbank oordeelt dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in 2021 haar hoofdverblijf in Schouwen-Duiveland had. Op basis van de door de Heffingsambtenaar aangevoerde feiten oordeelt de Rechtbank dat haar hoofdverblijf in de andere gemeente was.

Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
2 december 2024
Rolnummer
22/1452
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:8209
NLF-nummer
NLF 2025/0121
Aflevering
14 januari 2025
bwbr0005416&artikel=223,bwbr0005416&artikel=223

Naar de bovenkant van de pagina