Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) was op 1 januari 2019, 1 januari 2020, 1 januari 2021 en 1 januari 2022 volle eigenaar van meer dan 50 huurwoningen als bedoeld in artikel 1.2 Wmw.

Rechtbank Noord-Nederland beoordeelt of X voor de jaren 2019 tot en met 2022 verhuurderheffing verschuldigd is.

Het onderhavige beroep is gezamenlijk behandeld met beroepen van andere belanghebbenden waarbij de gemachtigde betrokken is. Het gaat in totaal om 53 beroepen van 16 belanghebbenden.

Het geschil spitst zich toe op het antwoord op de volgende vragen:

1. Is sprake van een schending van het gelijkheidsbeginsel als algemeen beginsel van behoorlijk bestuur, omdat de Belastingdienst beleid heeft gevoerd waarbij mede-eigenaren geen verhuurderheffing verschuldigd waren maar volle eigenaren wel? (2019);

2. Is sprake van een schending van het discriminatieverbod, omdat volle eigenaren wel de verhuurderheffing verschuldigd waren en mede-eigenaren – als gevolg van het arrest HR 8 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:846 – niet? (2019 en 2020);

3. Is sprake van een schending van het discriminatieverbod, omdat volle eigenaren van meer dan 50 woningen wel worden betrokken in de verhuurderheffing en volle eigenaren van niet meer dan 50 huurwoningen niet? (2019 tot en met 2022);

4. Is de Wmw in strijd met artikel 19 Woningwet? (2019 tot en met 2022).

De Rechtbank beantwoordt alle vragen met de Inspecteur ontkennend. Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
2019-2022
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
17 december 2024
Rolnummer
22/1091
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2024:5051
NLF-nummer
NLF NLF
bwbr0034553&artikel=1.2

Naar de bovenkant van de pagina