Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Aan X (bv; belanghebbende) zijn naheffingsaanslagen OB 2013, 2014 en 2015 opgelegd.

Naar aanleiding van de zitting bij Hof Arnhem-Leeuwarden is tussen partijen niet langer in geschil dat de naheffingsaanslagen OB 2014 en 2015 moeten worden vernietigd. In zoverre is het hoger beroep gegrond.

Tussen partijen is dan nog in geschil of de naheffingsaanslag OB 2013 moet worden vernietigd wegens schending van het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel.

Het Hof acht ten aanzien van de naheffingsaanslag OB 2013 geen sprake van een schending van het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel. Gelet op de complexiteit van het dossier en de omvang daarvan, is aan X voldoende tijd gegeven haar zienswijze kenbaar te maken over het conceptrapport met de voorgenomen correcties.

Anders dan X stelt, is het Hof van oordeel dat met een brief van 16 oktober 2018 geen sprake is van een verzoek om stukken in de fase voor het opleggen van de naheffingsaanslag OB 2013. Ook op dit punt is geen sprake van schending van het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel.

Het hoger beroep inzake de naheffingsaanslag OB 2013 is daarom ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2013-2015
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
5 november 2024
Rolnummer
22/2269; 22/2270; 22/2271
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:6835
NLF-nummer
NLF 2024/2567
Aflevering
19 november 2024

Naar de bovenkant van de pagina