Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De Nejvyšší správní soud (hoogste bestuursrechter, Tsjechië) heeft aan het HvJ gevraagd of Richtlijn 92/12 (richtlijn betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop) aldus moet worden uitgelegd dat een verzending van accijnsproducten door een erkend entrepothouder onder dekking van een geleidedocument en een verplichte zekerheid, verkeer van producten onder schorsing van accijns in de zin van artikel 4, onderdeel c, van deze richtlijn vormt in een situatie waarin de in dat geleidedocument en in die zekerheid genoemde geadresseerde wegens frauduleus handelen van derden niet weet dat deze goederen naar hem worden verzonden. Voorts wenst de hoogste bestuursrechter te vernemen of het feit dat de door de erkend entrepothouder met het oog op deze verzending gestelde verplichte zekerheid de naam van de gemachtigde geadresseerde vermeldt, maar niet zijn hoedanigheid van geregistreerd bedrijf voor de toepassing van artikel 15 of 16 Richtlijn 92/12, van invloed is op de regelmatigheid van dergelijk verkeer.

Het HvJ verklaart voor recht dat er ook in de onderhavige situatie sprake is van verkeer van producten onder schorsing van accijns. De omstandigheid dat de door de erkend entrepothouder met het oog op deze verzending gestelde verplichte zekerheid de naam van de gemachtigde geadresseerde vermeldt maar niet zijn hoedanigheid van geregistreerd bedrijf, heeft geen invloed op de regelmatigheid van dergelijk verkeer.

Metadata

Rubriek(en)
Accijnzen
Belastingtijdvak
2010
Instantie
HvJ
Datum instantie
23 maart 2022
Rolnummer
C-711/20
ECLI
ECLI:EU:C:2022:215
Auteur(s)
Arjan Wolkers
Ploum advocaten
NLF-nummer
NLF 2022/0680
Aflevering
7 april 2022
Judoreg
NFB4935

Naar de bovenkant van de pagina